Unesco Vlaanderen

20 jaar na kernramp Tsjernobyl blijft UNESCO in de regio actief

Gepubliceerd op 26/04/2006 door Unesco Platform Vlaanderen

Naar aanleiding van de 20ste verjaardag van de nucleaire ramp die zich op 26 april 1986 voltrok in Tsjernobyl, herbevestigt de directeur-generaal van de UNESCO, Koïchiro Matsuura, het engagement van de Organisatie om te helpen bij het verlichten van de gevolgen van rampen en herhaalt hij dat de UNESCO het werk blijft steunen om om te gaan met de gevolgen van de grootste kernramp uit de geschiedenis.

"De UNESCO blijft werken aan mechanismen om de gevolgen van rampen te verlichten," zegt Matsuura. "We blijven de regeringen van Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland bijstaan in hun werk om het hoofd te bieden aan de gevolgen van deze ramp die reeds veel levens eiste en zich tot op de dag van vandaag laat voelen."

"Het is duidelijk dat internationale samenwerking noodzakelijk is, de gevolgen van de ramp in Tsjernobyl zullen immers nog decennia lang merkbaar zijn," aldus Matsuura. "De UNESCO wil een rol blijven spelen in de inspanningen van de VN om te helpen bij het terugdringen van de gevolgen van de ramp, zoals de Organisatie ook deed in het eerste decennium na de ramp met het opzetten van centra voor psychologische en sociale hulp in de getroffen gebieden."

De Algemene Conferentie van de UNESCO besliste vorig jaar om financiering ter beschikking te stellen voor het opstarten van wetenschappelijk onderzoek door de nationale Wetenschapsacademies van Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland om te analyseren welke de lange-termijngevolgen zijn van chronische blootstelling aan straling, zowel voor mensen als voor fauna en flora.

De verklaring van de directeur-generaal komt aan de vooravond van de lancering van een tweejarig project om een grensoverschrijdend Unesco-biosfeerreservaat en een regionaal ecologisch netwerk op te richten in Polesië (een natuurgebied dat zich uitstrekt over delen van het grondgebied van Oekraïne, Polen, Rusland en Wit-Rusland). Japan financiert het project waaraan Oekraïne, Polen en Wit-Rusland zullen samenwerken. Het zal nieuwe wetenschappelijke kennis opleveren en bijdragen tot het behoud van waterhulpbronnen en biodiversiteit in Polesië. Daarnaast zal het mogelijkheden bieden voor economische ontwikkeling, vooral in Oekraïne en Wit-Rusland waar grote delen land ongeschikt zijn voor landbouw tengevolge van radioactieve neerslag van Tsjernobyl.