Unesco Vlaanderen

Afghanistan's belangrijkste onafhankelijke krant herrijst

Gepubliceerd op 25/01/2002 door Unesco Platform Vlaanderen

De Kabul Weekly verdween vijf jaar geleden uit het straatbeeld toen de Taliban de macht grepen. Gisteren, 24 januari 2002, herrees de krant. Het eerste nieuwe nummer werd gemaakt door 14 journalisten met behulp van slechts een computer, een printer en een scanner. De 10 pagina's tellende krant brengt nieuws in het Dari, Pashtun, Engels en Frans. 2.500 exemplaren worden te koop aangeboden in Kaboel. De krant kost 2.000 afghani's, de prijs van een brood.

Pionier

De krant is een van de eerste onafhankelijke media die verschijnt na de nederlaag van de Taliban. De volledig Afghaanse ploeg van 11 mannen en 3 vrouwen (allemaal tussen de 28 en 35 jaar oud) produceert de krant met de hulp van de Franse niet-gouvernementele organisatie (ngo) Aina. Uitgever is Mohammed Fahim Dashty, die de bomaanslaag overleefde die de leider van de Noordelijke Alliantie, Ahmed Massoud, doodde.

"Na 23 jaar van oorlog en bloedvergieten hebben we duidelijke vooruitzichten op een beter en veelbelovend Afghanistan, nu de internationale gemeenschap er zich toe engageert het land te helpen heropbouwen als een bevrijde en onafhankelijke staat," zo schrijft Dashty in zijn editoriaal.

Steun

Het eerste nummer sinds de nederlaag van de Taliban werd in minder dan twee maanden gerealiseerd door de journalisten die de krant in februari 1993 oprichtten temidden twistende rivaliserende Mujahedeen fracties. De UNESCO hielp de herlancering met een subsidie van 15.000 euro. De Organisatie wil de krant ook in de toekomst financieel blijven ondersteunen.

Naast nationaal en internationaal nieuws, sport en economische items, wil de krant ook aandacht besteden aan geschiedenis, vrouwenrechten, religieuze en etnische groepen en de toekomst voor jonge mensen in de heropbouw van het land. De krant plant de lancering van haar eigen website in maart zodat ze ook Afghanen in het buitenland kan bereiken.

Verspreiding

Om te verzekeren dat de krant over het ganse land verkrijgbaar wordt, zullen de UNESCO en de World Association of Newspapers hun ervaring met het opzetten van distributienetwerken in moeilijke naoorlogse situaties aanbieden, zoals dat eerder ook gebeurde in Joegoslavië.

De drie keren dat de Kabul Weekly gedwongen werd gesloten tussen 1993 en 1996 wegens kritische berichtgeving over de autoriteiten, wekten steeds protest op van de jongeren in Afghanistan's belangrijkste steden. Haar oplage nam toe bij elke herlancering en de krant groeide uit tot de bekendste onafhankelijke publicatie van het land. Ze begon als een krant van 12 pagina's met een oplage van 2.000 exemplaren en evolueerde tot 16 pagina's en 6.000 exemplaren voor ze door de Taliban werd gesloten. De krant had 35 journalisten in dienst en de productiestaf werkte met computers, printers en een fotolabo. Dat alles verdween toen de Taliban in september 1996 Kaboel innamen.

Mediacentrum

De UNESCO zal de onafhankelijke media in Afghanistan blijven ondersteunen door een mediacentrum op te richten in Kaboel dat zal worden gecoördineerd door Aina. Het centrum zal opleidingen, advies en informatie verstrekken, maar ook uitrusting (computers en printers), communicatiefaciliteiten (internetaansluitingen) en ruimte waar onafhankelijke media kunnen werken. De UNESCO kende 12.500 euro toe aan het project.

Op vraag van Kabul TV, dat terug in de ether ging in november 2001 na de val van de Taliban, stelde de UNESCO 44.000 euro ter beschikking voor het opleiden van journalisten en technici en riep de Organisatie buitenlandse openbare televisiezenders op om programma's over het culturele erfgoed van andere landen ter beschikking te stellen van Kabul TV.