Unesco Vlaanderen

Geen enkel geloof kan deze daad rechtvaardigen

Gepubliceerd op 14/05/2014 door Unesco Platform Vlaanderen

Op een onderwijsconferentie, gehouden in Muscat (Oman) van 12 tot 14 mei 2014, sprak Irina Bokova, directeur-generaal van Unesco, zich uit tegen de ontvoering van schoolmeisjes in Nigeria.

"Het universeel recht op onderwijs is nog steeds omstreden in sommige plaatsen, en ik maak van deze gelegenheid gebruik om de ontvoering van meer dan 270 meisjes in Nigeria door een extremistische groepering te veroordelen," zei Irina Bokova. "Dit is een onaanvaardbare schending van de mensenrechten. Het is een aanval tegen de aspiraties van deze meisjes. Het is een aanval tegen de toekomst van Nigeria. Geen enkel geloof kan deze daad rechtvaardigen."

"Onze reactie op dergelijk extremisme is duidelijk," verklaarde de directeur-generaal. "We mogen onze inspanningen om alle meisjes en jongens kwalitateitsvol onderwijs aan te bieden nooit terugschroeven. We mogen onderwijs nooit opgeven als een middel ter bevordering van menselijke waardigheid en duurzame ontwikkeling. Dit vraagt om meer samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten. Unesco is vastbesloten de Nigeriaanse regering te helpen om 'onze meisjes terug te brengen'."

Onrustwekkende trend

Jammer genoeg zijn de gebeurtenissen in Nigeria geen alleenstaand geval. Unesco luidde eerder al de noodklok omdat ze steeds vaker gevallen noteerde van aanvallen op het onderwijs, en van aanvallen op het meisjesonderwijs in het bijzonder. In 2011 bleek uit het Education for All Global Monitoring Report dat de helft van de kinderen die niet naar school gaan, wonen in een land dat een conflict doormaakt. Later deze maand zullen de directeur-generaal van Unesco en de speciale VN-vertegenwoordiger voor kinderen in gewapende conflicten, Leila Zerrougui , samen met Unicef en andere partners, in New York richtlijnen voorstellen ter ondersteuning van de resolutie van de VN-Veiligheidsraad ter verbetering van de bescherming van het onderwijs.

Irina Bokova herinnerde ook aan een aantal initiatieven van Unesco om het recht op onderwijs van meisjes te verzekeren. Ze verwees onder andere naar het Malalafonds dat is opgestart in samenwerking met de regering van Pakistan in Islamabad. In Afghanisan gaat een nieuwe fase van het alfabetiseringsprogramma van de Organisatie van start. Daarmee zullen 600 000 mensen worden bereikt. Unesco zet zich ook in om onderwijs aan te bieden aan Syrische vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Irak. Ten slotte verwees de directeur-generaal van Unesco naar de projecten die de Organisatie in samenwerking met grote bedrijven opzette om het onderwijs voor meisjes te promoten in, bijvoorbeeld, Senegal en Tanzania.


Meer over de inspanningen van Unesco om alle meisjes ter wereld onderwijs aan te bieden.