Unesco Vlaanderen

Historische huizen in Hebron gered

Gepubliceerd op 18/02/2003 door Unesco Platform Vlaanderen

22 mammeluke en ottomaanse huizen in het oude stadsgedeelte van Hebron, waarvan sommige dateren uit de 15de eeuw, zijn van de sloophamer gered door een beslissing van het Israëlische hooggerechtshof. De huizen liggen langs een weg die Joodse kolonisten gebruiken om zich naar hun gebedsplaatsen te begeven. Na een aanslag die twee maanden geleden 12 mensen het leven kostte, wou het Israëlische leger de huizen slopen om zo uit veiligheidsoverwegingen de weg te kunnen verbreden. De UNESCO toonde zich uiterst bezorgd om deze beslissing en argumenteerde dat dit in strijd is met de principes van de Werelderfgoedconventie die Israël in 1999 ondertekende. De Organisatie argumenteerde dat het historische belang van de gebouwen zwaarder weegt dan andere belangen.

Verschillende binnen- en buitenlandse partijen deelden deze visie en verdedigden ze voor het Israëlische hooggerechtshof dat uiteindelijk de redenering volgde en het leger vroeg om een alternatief plan voor te stellen waarbij geen erfgoed dient te worden vernietigd. Al die tijd onderhield de UNESCO nauwe contacten met de Israëlische en Palestijnse autoriteiten, het Rehabilitatiecomité van de oude stad van Hebron en de Israëlische afdeling van ICOMOS (Internationale Raad voor Monumenten en Landschappen) die allen de overtuiging deelden en verdedigden dat het verdwijnen van de huizen een groot historisch verlies zou betekenen en dat de historische stad van Hebron dezelfde erkenning en bescherming verdient als de oude stad van Acre in Israël die gekenmerkt wordt door dezelfde architectuur en sinds 2001op de werelderfgoedlijst ingeschreven is.

Koïchiro Matsuura, directeur-generaal van de UNESCO, toont zich verheugd met de beslissing van het hooggerechtshof en ziet het als een belangrijke stap in de erkenning van het primordiale belang om het verscheiden cultureel erfgoed van universele waarde van de regio te beschermen in het aanschijn van militaire en veiligheidsbelangen.