Unesco Vlaanderen

Journalistiek na Charlie

Gepubliceerd op 15/01/2015 door Unesco Platform Vlaanderen

"Om de zeven dagen wordt een journalist vermoord omdat hij of zij gewoon zijn of haar werk doet. Negen op de tien gevallen blijft onbestraft... Nog meer reporters krijgen te maken met intimidatie, bedreigingen of geweld... dat is niet minder dan onaanvaardbaar," zei Unesco directeur-generaal Irina Bokova aan het begin van Unesco's Journalism after Charlie debat in Parijs op 14 januari 2015.

Centraal in het mandaat van Unesco

Het debat werd gehouden naar aanleiding van de terroristische aanslag een week eerder tegen het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo en de gewelddadige nasleep waarbij 17 mensen werden gedood. De dag was gewijd aan de vrijheid van meningsuiting en de veiligheid van journalisten alsook aan de bevordering van de interculturele dialoog en het tegengaan van discriminatie en intolerantie in de hedendaagse samenleving. Deze onderwerpen staan centraal in het mandaat en de werking van Unesco die dit jaar haar 70-jarig bestaan viert.

De directeur-generaal belichtte hoe Unesco deze doelen nastreeft door onderwijs over mensenrechten en voor de preventie van genocides, door de vrijheid van meningsuiting te koesteren en de mediageletterdheid te vergroten, en door het beschermen van ons gemeenschappelijk erfgoed om wederzijds respect en begrip te bewerkstelligen. Ze benadrukte eveneens het belang van het VN-actieplan voor de veiligheid van journalisten dat dankzij Unesco tot stand is gekomen en waarvan de Organisatie de uitvoering coördineert binnen het systeem van de Verenigde Naties.

Samen eensgezind voor vrije meningsuiting

Meer dan 60 journalisten van over de hele wereld woonden het evenement bij. Er waren ook leiders van de islamitische, joodse en christelijke gemeenschappen in Frankrijk en vertegenwoordigers van Unesco's lidstaten. Iedereen deelde de bezorgdheid van Irina Bokova over de brutale aanslag op de vrijheid van meningsuiting en deelde haar oproep tot meer samenwerking om de veiligheid van journalisten te verbeteren, om nieuwe vormen van media-educatie te ontwikkelen, om jongeren te betrekken en om nieuwe bruggen van dialoog te bouwen tussen en binnen samenlevingen.

De staatssecretaris van Frankrijk voor Ontwikkeling en Francophonie, Annick Girardin, beklemtoonde het belang van educatie om onwetendheid en vooroordelen te bestrijden. Ze verwees ook naar de Internationale dag voor de veiligheid van journalisten die vorig jaar is aangenomen en gelanceerd door de Algemene Vergadering van de VN. Dit gebeurde op initiatief van Frankrijk.

De universele taal van cartoons

De Franse cartoonist Plantu had het in zijn toespraak over het recht van iedereen om zijn of haar mening te ventileren, een recht dat hij met vuur en passie verdedigde. Hij betuigde eer aan zijn overleden collega's van Charlie Hebdo die een week eerder stierven tijdens de aanslag in Parijs. Hij benadrukte de belangrijke bijdrage van cartoonisten van over de hele wereld die 'recht uit het hart spreken' en had het over zijn betrokkenheid bij de ngo Cartooning for Peace, een initiatief uit 2006 dat enkele van 's werelds bekendste politieke cartoonisten verenigt om onverdraagzaamheid te bestrijden en om wederzijds respect en begrip te bewerkstelligen tussen mensen van verschillende culturen en godsdiensten door middel van de universele taal van cartoons. Cartooning for Peace organiseert bijeenkomsten voor het grote publiek met politieke cartoonisten van over de hele wereld om van gedachten te wisselen over vrije meningsuiting, de erkenning van het journalistieke werk van cartoonisten en over de bescherming van cartoonisten die in moeilijke omstandigheden werken. "Het is de taak van de cartoonist om met alle godsdiensten in dialoog te blijven gaan... maar om altijd onbeschaamd te blijven... en mensen moeten begrijpen dat wanneer we tekenen, we een gesprek op gang willen brengen."

Er werden rondetafelgesprekken gehouden over twee onderwerpen: de veiligheid van journalisten en het versterken van de interculturele dialoog.

De veiligheid van journalisten

De eerste rondetafel bracht een groep van bekende journalisten en media-commentatoren bijeen: Magnus Falkehed, verslaggever voor Dagens Nyheter en Sydsvenska Dagbladet, Janine Di Giovanni, Midden-Oosten redacteur van Newsweek, Georges Malbrunot, journalist bij Le Figaro, John Ralston Saul, voorzitter van PEN International, Omar Belhouchet, journalist bij El Watan, en Ernest Sagaga die werkt rond mensenrechten en veiligheid bij de Internationale Federatie van Journalisten.

Het panel rond de veiligheid van journalisten werd gemodereerd door Loick Berrou, programmadirecteur bij de nieuwszender France 24. Hij bracht hulde aan de vermoorde cartoonisten. "Cabu, Charb, Wolinski, Honore, Bernard Marris en Mustafa Ourad waren geen oorlogverslaggevers noch onderzoeksjournalisten,"verklaarde hij. "Hun enige wapen was hun pen of hun potlood."

"We zijn geen strijders, wij zijn journalisten," vervolgde Ernest Sagaga. "Daarom vragen wij bescherming. We moeten straffeloosheid (voor mensen die verslaggevers doden) beëindigen, want wij vertrekken 's ochtends niet bij ons gezin om te gaan vechten."

Interculturele dialoog in een verscheiden samenleving

De tweede rondetafel over interculturele dialoog omvatte een breed scala van deelnemers: Robert Badinter, de voormalige president van de Franse Conseil Constitutionnel, Haïm Korsia, opperrabbijn van Frankrijk, Djelloul Seddiki, directeur van het Institut de Théologie El Ghazali, Khalil Merroun, rector van de Grande Mosquée d'Evry, Bariza Chiari, Frans senator, David Khalili, oprichter van het Khalili Family Trust en mede-oprichter van de Maimonides Foundation, monseigneur Francesco Follo, permanente waarnemer van de Heilige Stoel bij Unesco en Imam Tareq Oubrou van de Grande Mosquee de Bordeaux. Het panel werd gemodereerd door Renaud Girard, journalist bij Le Figaro.

Tijdens het debat onderstreepten de sprekers het belang van onderwijs om kinderen al van op jonge leeftijd voor te bereiden om zich later te gedragen als verantwoordelijke burgers en om wederzijds respect en begrip te vergroten in samenlevingen die steeds diverser worden. Ook het belang van geschiedenisles en de noodzaak om misverstanden en vooroordelen over verschillende godsdiensten de wereld uit te helpen, kwamen aan bod. De mensenrechten werden beschouwd als de fundering voor het verenigen van de rijke diversiteit van de hedendaagse samenlevingen, hetgeen meer en meer dynamische uitwisselingen vergt, vooral onder jongeren.

Mensenrechten als verbindende factor

De voormalige Franse minister van Justitie, Robert Badinter, hield een gepassioneerd pleidooi voor de mensenrechten als verbindende factor voor de mensheid in al haar verscheidenheid. "Vandaag is de samenleving gefragmenteerd," luidde het. "Maar we zijn hier bij Unesco. Hier kunnen we zeggen dat die verschillende fragmenten kunnen worden bijeengebracht om een kunstwerk als een mozaïek te maken. Het kader waarbinnen dit kan gebeuren, zijn de mensenrechten."

Het evenement op de hoofdzetel van Unesco vond plaats terwijl er verschillende ceremonies werden gehouden in Parijs om de slachtoffers van de terreur van een week eerder te herdenken. De dag luidt het begin in van een periode van bezinning over het bevorderen van het respect voor alle rechten en vrijheden van de mens in een geest van verdraagzaamheid, respect en diversiteit.