Unesco Vlaanderen

Nee tegen kinderporno op het net

Gepubliceerd op 15/06/1999 door Unesco Platform Vlaanderen

Foto's die kindermisbruik tonen kunnen door iedereen met een minimum aan computerkennis met een paar muisklikken op het scherm getoverd worden. Kinderporno is veel gemakkelijker verkrijgbaar dan in de dagen voor het internet. Niet alleen voor de perverse 'consumenten' van kinderporno is het internet een zegen, ook de verspreiders krijgen pretlichtjes in de ogen bij de gedachte aan de anonimiteit die het internet hen biedt. Om nog te zwijgen van het juridische kluwen waarin het internet verstrikt is, waardoor het zeer moeilijk is voor welke regering dan ook, om de pornoverspreiders te vervolgen.

De deelnemers aan de UNESCO conferentie 'Seksueel Misbruik van Kinderen, Kinderporno en Pedofilie op het Internet' die doorging in het Unesco Hoofdkwartier in Parijs van 18 tot 19 januari, kregen te horen dat de verschillen in de diverse nationale wetgevingen met betrekking tot het bezit en de verspreiding van kinderporno, het de speurders bijzonder moeilijk maken. De 'industrie' zelf kent geen grenzen. Het is zeer moeilijk te bepalen onder wiens jurisdictie de slachtoffers en de daders vallen. In Japan is bezit en verspreiding van kinderporno geen misdaad, met als gevolg dat 45% van de kinderporno sites daar is 'gehuisvest', onafhankelijk van waar de producenten ervan wonen.

Groei

Statistieken tonen aan dat de verspreiding van foto's waarop kinderen seks hebben de laatste jaren exponentieel is toegenomen. Volgens Agnes Fournier de Saint Maur van Interpol's Gespecialiseerde Misdaad Eenheid, vond je vroeger tijdens een inval bij een vermoedelijk pedofiel een paar tijdschriften en video's. Vorig jaar echter, resulteerde 'Operatie Kathedraal' in de arrestatie van 96 mensen in 12 landen en vonden de agenten 500.000 foto's opgeslagen in computers, en dat in de Verenigde Staten alleen.

Aan de Universiteit van Cork, telde de Ierse researcher Rachel O'Conner 6.000 erotische en pronografische foto's van kinderen die in amper twee weken in januari 1998 werden gepost in 50 'newsgroups' op één internet server. Die cijfers houden dan nog geen rekening met de foto's die via cd-roms en meer persoonlijke delen van het internet, zoals chatrooms en e-mail, verspreid worden.

ET

Het probleem beperkt zich niet tot de verspreiding van pornografisch materiaal waarop kinderen worden misbruikt. Het internet is één groot reclamebord waarop je bijvoorbeeld ook informatie over sekstoerisme kan lezen. Daarnaast kunnen pedofielen via het net kinderen verleiden tot een persoonlijke ontmoeting. Sommige landen namen een extraterritoriale (ET) wetgeving aan die hen in staat stelt om sekstoeristen en lieden die kinderen seksueel misbruikten in het buitenland, in eigen land te vervolgen. Pierre Dionne, Directeur Generaal van het Internationaal Bureau voor Kinderrechten, wijst er echter op dat slechts 8 van de 20 landen die over een ET wet beschikken, ook al daadwerkelijk zijn overgegaan tot vervolging en veroordeling van misdadigers.

(Zelf)regularisering

De identificatie van de slachtoffers op de foto's is zeer moeilijk, temeer omdat de computerinformatie die daarbij zou kunnen helpen vaak gecodeerd is. Interpol's Fournier de Saint Maur verwijt de computerindustrie een gebrek aan medewerking. Die industrie is voorstander van een zelf-regularisering op het internet, en de meeste internet service providers beweren dat zij wel meewerken met de politie. Mark Hecht van de belangengroep Human Rights Internet Canada vraagt zich af tot op welke hoogte inmenging kan aanvaard worden. «Als we het potentiële goede afwegen tegen het potentiële slechte van de vrijheid van informatie met betrekking tot kinderporno, moeten we er voor zorgen dat we voldoende veiligheid inbouwen om te verzekeren dat het ene persoonlijke of sociale belang het andere niet overwoekert.»

Het is een feit dat het hier om een zeer ingewikkelde problematiek gaat, net als het een feit is dat geen enkel land immuun is voor pedofilie. Zoals Elizabeth Auclair van de Franse Liga voor de Rechten van de Mens zei in Parijs: «hier staat niets vast, enkel het feit dat er achter iedere foto een slachtoffer schuilt: het kind.»