Unesco Vlaanderen

Akkoord met Afghanistan over heropbouw museum

Gepubliceerd op 07/03/2002 door Unesco Platform Vlaanderen

Tijdens een bezoek van vertegenwoordigers van de Afghaanse interim-regering aan de UNESCO, ondertekenden UNESCO Directeur-Generaal Koïchiro Matsuura en de Afghaanse minister voor Informatie en Cultuur Said Makhdoom Raheen op 1 maart een memorandum voor de rehabilitatie van het Nationaal Museum van Kaboel. De raamovereenkomst is de eerste tastbare uiting van de verantwoordelijkheid die de UNESCO is toevertrouwd met betrekking tot het beschermen en vrijwaren van het cultureel erfgoed van Afghanistan.

De overeenkomst stipuleert het opmeten van de staat van het museumgebouw en de collectie, het implementeren van een noodplan voor het terugvinden en beschermen van de collectie, het opstellen van een gedetailleerd plan voor de restauratie van het gebouw en het mogelijk overbrengen van een deel van de collectie naar andere bestaande locaties, het opleiden van museumpersoneel en het herstellen van de wetenschappelijke en beheersexpertise van het museum, alsook het voorzien van logistieke steun en de nodige nationale en internationale knowhow om een en ander in goede banen te leiden.

Het Museum van Kaboel, gesticht in 1930, werd zwaar beschadigd en geplunderd tijdens de jaren van gewapend conflict die de Afghaanse hoofdstad teisterden. Naar schatting 70% van de 100.000 artefacten waaruit de collectie van het museum bestond, is verdwenen. Het museum kreeg de genadeslag in maart 2001 toen de Taliban met hamers en bijlen beelden en andere waardevolle kunstwerken vernielden.

Het memorandum voorziet dat de Afghaanse interim-regering en de UNESCO de krachten zullen bundelen om de nodige middelen te mobiliseren bij de internationale gemeenschap om de eerder vermelde doelstellingen te realiseren. Beide partners zullen regelmatig samenkomen om overleg te plegen over de activiteiten die in het kader van de overeenkomst moeten worden uitgevoerd en om de fondsenwerving en technische hulp te coördineren.

Directeur-Generaal Matsuura benadrukt dat het memorandum slechts een eerste stap is voor de UNESCO in haar streven naar de vrijwaring van het Afghaanse cultureel erfgoed: "Op langere termijn, en van zodra we over de nodige middelen beschikken, willen we niet enkel de monumenten en sites van het land herstellen en beschermen, maar willen we ook de ambachten en kunsten nieuw leven inblazen, waarbij we speciale aandacht zullen schenken aan de participatie van vrouwen."