Unesco Vlaanderen

Drie nieuwe Vlaamse elementen op UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed

Gepubliceerd op 22/12/2010 door Unesco Platform Vlaanderen

UNESCO heeft Aalst Carnaval, het Krakelingenfeest en Tonnekensbrand, en Houtem Jaarmarkt voor België toegevoegd aan de Dit gebeurde tijdens de vijfde bijeenkomst van het Intergouvernementeel Comité voor de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed die plaatsvond in Nairobi (Kenia) van 15 tot 19 november 2010.

Op 31 augustus 2009 legde de Vlaamse UNESCO Commissie op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur Joke Schauvliege, de drie kandidaturen voor aan het Intergouvernementeel Comité van de UNESCO Conventie voor de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. De Vlaamse UNESCO Commissie steunde eveneens op voorstel van minister Schauvliege, samen met 11 andere landen, het internationaal dossier over de Valkerij dat de Verenigde Arabische Emiraten bij UNESCO indiende. Ook dit element werd op de lijst ingeschreven.

Niet hetzelfde als werelderfgoed

Op de Representatieve Lijst staan al het Ros Beiaard van Dendermonde, en de Heilig Bloedprocessie van Brugge. De Representatieve Lijst wordt samengesteld op basis van de UNESCO-conventie van 2003 voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. Deze conventie wordt beschouwd als een aanvulling op de welbekende UNESCO Werelderfgoedconventie van 1972 die monumenten en landschappen van uitzonderlijke waarde beschermt. De conventie 2003 gaat vooral over tradities, feesten, dansen, rituelen, verhalen, oude ambachten en geneeswijzen: het niet-tastbaar of zogenoemde immaterieel erfgoed. De conventie  wil in de eerste plaats culturele diversiteit in de wereld vrijwaren en in beeld  brengen, en ook ontwikkelingslanden helpen om die vormen van cultuur te beschermen. Het maakt de hele wereld bewust van het belang van deze vorm van erfgoed.

Minister van Cultuur Schauvliege toonde zich in een reactie uiteraard tevreden met de inschrijving van de nieuwe elementen op de Representatieve Lijst. Ze verwees ook naar de groeiende aandacht voor vormen van immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen maar maakte daarbij de kanttekening dat die nog te versnipperd is. Daarom wil ze in haar langetermijnbeleid werk maken van een stroomlijning om kansen te geven aan erfgoedgemeenschappen om het immaterieel erfgoed te koesteren en door te geven aan komende generaties.

Aalst Carnaval

Aalst Carnaval wordt jaarlijks gevierd in de dagen voor Aswoensdag. Het begint op zondag en duurt tot vastenavond. De stoet op zondag lokt elk jaar tienduizenden bezoekers. Op dinsdag palmen de Voil Jeanetten de stad in. Mannen verkleden zich dan als vrouwen. Dinsdagavond eindigt het carnaval met de popverbranding.

Krakelingen

Een Krakeling is een hard, rond broodje met in het midden een opening. Het Krakelingenfeest in Geraardsbergen wordt ingeleid door een stoet met honderden figuranten die samenkomt op de Oudenberg. Daar worden honderden broodjes in het publiek gegooid. Een ervan is de 'Gouden Krakeling', die een waarde heeft van 740 euro. Dan is het traditie om een slok rode wijn met een levend visje erin uit een grote eeuwenoude schaal te drinken. Hoewel die traditie de voorbije jaren tegenstand krijgt van dierenbeschermers, lijkt ze toch in ere gehouden te worden.

Tonnekensbrand

Op dezelfde avond is er in Geraardsbergen ook de Tonnekensbrand op de Oudenberg. Na volksdansen wordt een met pek en stro overdekte ton in brand gestoken. Ook in de omliggende dorpen worden vuurtjes gestookt. Dan gaan alle aanwezigen - met fakkel - in stoet naar de Markt, waar de kermis echt kan beginnen.

Houtem Jaarmarkt

De jaarmarkt in Sint-Lievens-Houtem is de enige overgebleven massa-veemarkt in openlucht in Vlaanderen. De jaarmarkt vindt zijn oorsprong in de middeleeuwen met de verering van de heilige Livinus.

Valkerij

Naast Aalst Carnaval, Houtem Jaarmarkt, het Krakelingenfeest en Tonnekensbrand, werd ook de valkerij toegevoegd aan de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. Het betrof hier een internationaal dossier dat was ingediend door de Verenigde Arabische Emiraten dat door tien andere landen werd ondersteund, zo ook vanuit de valkerij in Vlaanderen.

Valkerij, de unieke jachtvorm waar de band tussen mens en roofvogel centraal staat, wordt al meer dan 4000 jaar beoefend. De oorsprong vond men vermoedelijk bij de Aziatische steppevolkeren. Via de zijderoute, de Franken, de Perzen en de Arabieren ten tijde van de kruistochten, kwam deze kennis ook naar onze streken. Reeds in de 10de en 11de eeuw vormde de valkerij voor onze streken een belangrijke bron van inkomsten. Het centrum bij uitstek was Arendonk, nabij Turnhout. Het hoogtepunt situeert zich tijdens het Bourgondisch tijdperk. Maria van Bourgondië en Margareta van Oostenrijk waren fervente aanhangers. Valkerij was ook nauw verbonden met de aristocratie en kende door toedoen van de Franse Revolutie en de maatschappelijke gevolgen een inzinking. In de tweede helft van de 20ste eeuw nam de interesse toe, samen met de groeiende heropflakkering van de belangstelling voor de natuur. Men startte met kweekprogramma's voor de slechtvalken, wat al snel resulteerde in het gegeven dat men de roofvogels ook in gevangenschap kan kweken. Hierdoor kwam er een renaissance voor de valkerij op gang die ook in Vlaanderen het draagvlak vergrootte.

Dringende nood aan bescherming

De Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid zwol in Nairobi aan tot 213 elementen. Er werden ook vier elementen toegevoegd aan de andere lijst van de Conventie: deze van elementen die dringend nood hebben aan bescherming. Het gaat om drie elementen uit China (Meshrep, een belangrijke viering van de Oeigoeren; een in Fuijan ontwikkelde scheepsbouwtechniek; en een eeuwenoude druktechniek) en een uit Kroatië (de Ojkanje zangtraditie).

Klik [hier] voor een beschrijving van alle door de UNESCO Conventie voor de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed erkende elementen.