Unesco Vlaanderen

Drugshandel heeft grote impact op sociaal en economisch leven

Gepubliceerd op 18/10/2002 door Unesco Platform Vlaanderen

Het Management of Social Transformation Programme (MOST) van de UNESCO lanceerde in 1996 het onderzoeksproject "Globalisation, Drugs and Criminalisation" dat nu op het internet gepubliceerd is. Het project werd opgericht door wijlen antropoloog Christian Geffray, door de Chinese expert Guilham Fabre en door de economist Michel Schiray om de socio-economische impact van de internationale drugshandel na te gaan.

De Mexicaanse drugskartels boeken jaarlijkse winsten van 10 tot 30 miljard euro en zijn de belangrijkste drugsleveranciers van de Noord-Amerikaanse markt. Tijdens de financiële crisis in 1995 in Mexico was de som van het witgewassen drugsgeld even hoog als de inkomsten van de olie-export, de belangrijkste industrie van het land. Deze gegevens tonen aan dat de drugshandel tijdens de jaren 1980 en 1990 uitgegroeid is tot een enorme industrie. Ondertussen is er veel onderzoek gedaan naar het drugsfenomeen maar hierbij hebben regeringen zich voornamelijk gericht op de problemen voor de volksgezondheid en hoe ze het drugsprobleem konden uitroeien. De impact die de drugshandel heeft op politieke, sociale en economische aspecten werd buiten beschouwing gelaten. Het onderzoek "Globalisation, Drugs and Criminalisation" richt zich daarom hoofdzakelijk op de socio-economische en politieke gevolgen van de internationale drugshandel. Het concentreert zich voornamelijk op vier grote landen met een verscheiden economie, namelijk Brazilië, Mexico, India en China.

Kwalitatief onderzoek

De onderzoekers die meewerkten aan het project richtten zich via interviews vooral op drugsdealers en druggebruikers, rechters en politie, advocaten en gouvernementele instanties. Ze namen ook allerhande persberichten door die te maken hadden met drugsdelicten, onderzochten de uitspraken hierover van rechtbanken, keken waar het kapitaal en fondsen naartoe gingen en bestudeerden de werking van de belastingsparadijzen. Het onderzoek toont aan dat het niet onmogelijk is om sociaal en economisch onderzoek te doen in de gesloten wereld van de economische criminaliteit.

De belangrijkste conclusie van het recent gepubliceerde rapport van het onderzoeksproject, is dat de drugshandel, samen met het witwassen van de opbrengsten, direct verbonden is met verschillende andere criminele activiteiten. De laatste 20 jaar is er een enorme groei merkbaar van die criminele activiteiten als gevolg van de mogelijkheden die financiële deregulering en globalisering met zich meebrengen. Sommige studies die onderdeel uitmaken van dit grootschalig project ontluisteren het gebruik van offshore banken, dat omschreven wordt als 'legale illegaliteit'. Vooral de banken in belastingsparadijzen spelen een dubieuze rol door de twijfelachtige manier waarop ze het geld van de hele rijken beheren.

Immuniteit

Het rapport toont aan dat drugsbaronnen vaak immuniteit genieten doordat ze de werking van de politie kunnen neutraliseren via systematische corruptie en, in sommige gevallen, door infiltratie in de regering. De auteurs van het rapport zeggen dat "de vorm van corruptie die in een bepaald land voorkomt, voornamelijk afhankelijk is van de aard en structuur van de overheid en van het machtsevenwicht tussen de overheidsinstelling en de drugsnetwerken. In dit opzicht is de situatie in Mexico, waar de ambtenarij gedurende lange tijd onder toezicht van een partij stond, vergelijkbaar met die van China. Beiden verschillen op hun beurt van de situaties in Brazilië en Colombia."

De studie over Brazilië geeft voorbeelden van drugsbaronnen die belangrijke politieke posities bekleden, zoals volksvertegenwoordigers en senatoren. In Mexico worden deze criminelen als helden bekeken door de mensen van de wijken en steden waar ze vandaan komen. De politieke invloed van die criminele netwerken, die zich zowel op lokaal, regionaal als nationaal vlak kan manifesteren, leidt tot een kloof tussen de wet en het afdwingen ervan. Het lijkt erop dat alleen de kleine drugsdealers geviseerd worden. Net zoals het gerecht lijkt de politie niet in staat te zijn om in te gaan tegen bepaalde economische en politieke belangen. Daardoor wordt de legitimiteit van deze instellingen bedreigd. Situaties waarbij de principes van de rechtstaat met voeten worden getreden door bijvoorbeeld standrechterlijke executies door de politie onder het mom van uit de hand gelopen arrestaties, doen het ergste vermoeden voor de toekomst van dergelijke samenlevingen.

Crisis

"Ook al vertegenwoordigt de illegale drugshandel slechts een klein percentage van de economische activiteit, door het witwassen van de opbrengsten van illegale activiteiten die door de criminele netwerken gecontroleerd worden, kan ze toch een financiële crisis mee in de hand werken," aldus de auteurs van het rapport. "Deze theorie werd reeds aangetoond door de Mexicaanse financiële crisis in 1994-1995 en door de crisis in Thailand in 1997 en in Japan sinds 1990." De economisten noemden dit het 'tequila-effect', naar aanleiding van de schijnbare welvaart die voorafging aan de crisis in Mexico, maar het had waarschijnlijk meer te maken met het 'cocaïne-effect'. Verdere studies zullen waarschijnlijk aantonen dat ook dit het geval was in andere landen zoals Turkije, Argentinië en Nigeria in 2000 en 2001.

Geldsmokkel

Het rapport bevestigt de doorlaatbaarheid van de verschillende economieën wereldwijd en het legt de nadruk op de grijze economie. Dit laatste is het overgangsgebied tussen de wettelijke economie en de zwarte markt. Een voorbeeld dat duidelijk weergeeft dat die grijze zone bestaat is de Operatie Casablanca, het grootste onderzoek dat ooit uitgevoerd is naar het witwassen van geld. Dit onderzoek resulteerde in de arrestatie van 25 topmensen van 12 van de 19 grootste banken in Mexico.

Vooraleer het drugsgeld terecht komt bij banken, legt het meestal verschillende wegen af. Dit kan via de koffiehandel gaan, via de filmindustrie of de handel in goud, afhankelijk van de belangrijkste industrie van het land van herkomst. Er is dus een duidelijke band tussen criminele netwerken en nationale economieën die niet meer genegeerd kan worden door de autoriteiten die de drugshandel, nationaal en internationaal, bestrijden. Er is nood aan meer studies zoals die van het MOST om de effecten van de internationale drugshandel aan te tonen. Gedurende de zes jaar van het project (1996-2002) bundelde het MOST-project de inspanningen van drugsexperts en onderzoekers uit verschillende werelddelen en vormde zo een netwerk.

Voor een volledige versie van het rapport zie: www.unesco.org/most/globalisation/drugs_1.htm