Unesco Vlaanderen

Pleidooi voor vrije leermiddelen

Gepubliceerd op 12/01/2017 door Unesco Platform Vlaanderen

Educatieve middelen die met overheidsgeld gemaakt worden, zouden moeten verdeeld worden met een open licentie.

Het gebrek aan educatieve middelen blijft een van de grootste problemen in de wereld. “Zelfs in de Verenigde Staten kopen twee derde van de studenten niet alle boeken die ze nodig hebben omdat ze het zich niet kunnen veroorloven,” zegt Cable Green, directeur Open Education bij Creative Commons (CC) dat open licenties aanbiedt voor het gratis en vrij verspreiden van werken. De CC-licentie is uitgegroeid tot een wereldwijde standaard die het recht geeft om een anders auteursrechtelijk beschermd werk te delen, te gebruiken en te bewerken. Hieronder gaat hij in op de rol die de vrije toegang tot informatie en kennis speelt bij het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs in de wereld.

Universele toegang tot informatie is cruciaal voor de ontwikkeling van het onderwijs. Sinds 10 tot 15 jaar worden educatieve middelen – schoolboeken, cursussen, curricula, enz. – voornamelijk 'digitaal geboren'. Ondanks het bestaan van gedrukte exemplaren en de verspreiding ervan zonder gebruik van het internet, ligt er meestal een digitaal bestand aan de bron. Dat betekent dat we, dankzij het internet, de schijfruimte en de cloud computing, digitale werken bijna kosteloos kunnen opslaan, verspreiden en kopiëren.

Universele toegang tot informatie is cruciaal voor de ontwikkeling van het onderwijs.

Open licenties worden gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te delen. Dit is een manier voor een schrijver om zijn auteursrecht te behouden en zijn werk gratis te delen. De open licenties zijn overal wettelijk, ze zijn gratis en ze zijn gewijd aan het publieke domein.

Als we educatieve middelen en open licenties samenvoegen, krijgen we vrije leermiddelen of zogenoemde open educational resources (OER). Deze term is bedacht door Unesco in 2002. Een jaar eerder plaatste het Massachusetts Institute of Technology (MIT) bijna al zijn cursussen op het internet. Gratis en vrij toegankelijk. Sindsdien volgden honderden universiteiten over de wereld dit voorbeeld.

Open betekent niet alleen gratis

Wanneer we praten over vrije leermiddelen, hebben we het niet over Massive Open Online Courses (MOOCS).

MOOCS zijn een prachtige innovatie, maar de meeste zijn gratis maar niet open.

Met open bedoelen we dat je gratis en onbelemmerde toegang tot de werken hebt, met de wettelijke toestemming om ze te downloaden, in verschillende talen te vertalen en aan te passen aan de lokale context om beter te voldoen aan de behoeften van cursisten.

Om de kracht van open educational resources te volle te benutten is er ICT-infrastructuur nodig: computers en internettoegang voor iedereen. Maar zelfs als die infrastructuur ontbreekt, kunnen vrije leermiddelen nog gebruikt worden. Ze kunnen worden gedrukt of op een dvd of een geheugenstick gezet worden. En er bestaan goedkope Wifi-apparaten om ze overal ter wereld toegankelijk te maken.

Dat is de wereld van educatieve mogelijkheden waarin we vandaag de dag leven.

Wat levert het op?

Door de stap te zetten naar vrije leermiddelen, maak je de weg vrij voor een reeks van positieve veranderingen. Ten eerste vergroot de toegang tot educatieve middelen. Honderd procent van alle studenten hebben toegang tot alle leermiddelen die zijn ontworpen voor hen. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar zelfs in mijn land, de Verenigde Staten, kopen twee derde van de studenten de schoolboeken niet voor hun hogeschool of universiteit omdat ze het zich niet kunnen veroorloven.

Een ander gevolg is dat alle studenten toegang krijgen tot relevante inhoud die zinvol voor hen is, in hun context. Een docent in Mumbai kan een cursus ophalen die wordt gedeeld door een universiteit in Barcelona en er voorbeelden aan toevoegen die zijn studenten aanspreken, of hij kan de cursus vertalen naar het Hindi.

Studenten die over alle leermiddelen beschikken, presteren beter.

Wat er ook gebeurt, is dat de leerresultaten omhoog gaan: als alle studenten van bij het begin beschikken over alle leermiddelen, zullen ze beter presteren. Tezelfdertijd zal de schooluitval dalen: mensen geloven meer in hun slaagkansen als ze beschikken over alle middelen die nodig zijn om te kunnen slagen. Een gevolg is ook dat studenten gemiddeld sneller een diploma behalen.

Op deze manier bewegen studenten sneller door hun onderwijskansen en verhoogt de efficiëntie van de overheidsinvestering.

Wat nog interessanter is, is dat van zodra er open leermiddelen in de leeromgeving zijn, studenten meer gemotiveerd zijn en ook zelf informatie en kennis kunnen aandragen als coproducent of maker. Aangezien er een creative commons licentie aan verbonden is, kan deze kennis op haar beurt vrij worden gedeeld en is ze overal ter wereld beschikbaar.

Ander goed nieuws: de wereld deelt. Er zijn ongeveer 1,3 miljard werken met een creative commons licentie te vinden op het internet, waaronder beelden, films, datasets van overheden, leermiddelen, archieven enz.

Openheid ondersteunen

Om openheid te ondersteunen – open data, vrije leermiddelen, vrije toegang tot wetenschappelijke literatuur – zouden overheden deze eenvoudige filosofie moeten hanteren: door de overheid gefinancierde leermiddelen zouden standaard een open licentie moeten krijgen. De bevolking moet toegang hebben tot waar de bevolking voor betaalt. Het klinkt vanzelfsprekend maar het is niet de regel. Wat meestal gebeurt, is dat regeringen subsidie geven aan een ontvanger die alle rechten behoudt. De rest van ons krijgt toegang tot niets. Dus kunnen overheden op een efficiënte manier rendement op hun investering krijgen door gewoon te zeggen: als je dit geld gebruikt om “x” te maken – hetzij een nieuwe riolering, een leerboek natuurkunde of om het even wat dat de samenleving ten goede komt – dan zal je wat je maakt delen met een open licentie.

De Open Educational Resources Verklaring van Parijs van Unesco (2012) pleit voor open licenties voor educatief materiaal dat is geproduceerd met openbare middelen. Ik ben blij dat veel regeringen deze aanbeveling hebben opgevolgd.

Cable Green

De auteur is directeur Open Education bij Creative Commons (CC). CC heeft vertegenwoordigers in meer dan 85 landen en werkt samen met niet-gouvernementele organisaties, universiteiten en openbare instellingen aan een regiospecifieke aanpak van auteursrecht en intellectuele eigendom  die een oplossing biedt voor lokale en globale uitdagingen.