Op de Kerguelen-eilanden, een groep eilanden in de sub-Antarctische wateren, worden zeeolifanten uitgerust met geavanceerde apparaten voor het verzamelen van data. Zo hopen wetenschappers essentiële informatie te verzamelen die kan helpen bij het voorspellen van klimaatverandering en de toekomst van de oceanen. Uiteraard willen ze ook meer te weten komen over het gedrag van de dieren zelf.
Ongeveer 40 zeeolifanten worden pijnloos met de apparaten uitgerust in het ruiseizoen, in januari en februari. Het is een project van het het Animal-Borne Ocean Sensors (AniBOS) netwerkteam. Dat team van wetenschappers doet oceanografische metingen in de de moeilijk bereikbare polaire en tropische oceanen. Ze maken gebruik van bio-logging: de inzet van sensoren op zeedieren.
AniBOS is onderdeel van het het Global Ocean Observing System (GOOS) van Unesco’s Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC).
Zeeolifanten kunnen tot 2000 meter duiken en kunnen zo data verzamelen op anders moeilijk te bereiken plaatsen. “Het verkrijgen van waarnemingen op grote breedtegraden is van cruciaal belang om een beter beeld te krijgen van de mondiale klimaatprocessen,” zegt Dr. Clive McMahon van het AniBOS-netwerk, die al zijn hele carrière zeeolifanten bestudeert.
Voor GOOS zijn de gegevens die met de hulp van zeeolifanten worden verzameld, zeer waardevol. “Het AniBOS-netwerk biedt vitale profielen van de temperatuur en het zoutgehalte van de oceaan in moeilijk bereikbare gebieden zoals de noord- en zuidpoolgebieden,” zegt Emma Heslop, programmaspecialist bij GOOS. “Deze profielen vloeien in realtime over in weermodellen en worden ook gebruikt voor analyse van klimaatverandering. De informatie die zeeolifanten geven, vergroot ook onze kennis van hun gedrag, bijvoorbeeld hoe en waar ze naar voedsel zoeken, en wat ze eten. In combinatie met de oceanografische gegevens helpt dit ons om de soort en hun leefgebied in stand te houden en te beheren.”