Grenspark Kempen~Broek, dat zich uitstrekt over België en Nederland, is opgenomen in het Wereldwijd Netwerk van Unesco Biosfeergebieden. Het is het eerste Unesco Biosfeergebied in ons land.
De Internationale Coördinerende Raad voor het Mens- en Biosfeerprogramma van Unesco heeft op 5 juli 2024 in Agadir (Marokko) beslist om Grenspark Kempen~Broek te erkennen als grensoverschrijdend Unesco Biosfeergebied. Het is het eerste Unesco Biosfeergebied in ons land, het tweede in Nederland.
Internationaal netwerk
Het Mens en Biosfeer-programma van Unesco is in 1971 opgericht. Het stelt de relatie tussen de mens en zijn leefomgeving centraal. Het vertaalt de principes van duurzame ontwikkeling naar een lokale context en maakt zo de verbinding tussen wetenschap, maatschappij en beleid. Het in de praktijk brengen van duurzame ontwikkeling gebeurt door alle belanghebbenden: van lokale overheden, bewoners en bedrijven tot scholen, kennisinstellingen en ngo’s.
Jarenlange samenwerking
Het Grenspark Kempen~Broek is een uniek, natuurrijk en kwaliteitsvol mozaïeklandschap en ligt op het kruispunt van de beide provincies Limburg en Noord-Brabant, waar het Regionaal Landschap Kempen en Maasland al 24 jaar samengewerkt met heel wat partners waaronder alle Vlaamse en Nederlandse gemeenten (Bree, Bocholt, Maaseik, Kinrooi, Weert, Nederweert en Cranendonck) en de provincies Limburg (B), Limburg (NL) en Noord-Brabant (NL).
Grenspark Kempen~Broek
Door de eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur bestaat het Kempen~Broek uit een bijzonder afwisselend landschap waar natte en moerassige gebieden worden afgewisseld met droge zandruggen. Het is een ware mozaïek van landschappen met moerassen, beekvalleien, vennen, bossen, heide en landbouwgebieden. Ook de dorpen en enkele steden liggen verspreid in of aan de rand van het gebied op de hogere gronden en huisvesten tegenwoordig zo’n 75.000 inwoners in totaal.
Deze landschappelijke diversiteit weerspiegelt zich in een rijke biodiversiteit en het gebied heeft een belangrijke rol in het behoud van habitats en soorten in Vlaanderen en Nederland.
Op economisch vlak is het gebied, zowel het Vlaamse als Nederlandse deel, een belangrijk landbouwgebied dat instaat voor de voedselproductie. De laatste jaren neemt het belang van toerisme als onderdeel van een duurzame plattelandseconomie sterk toe.
Gedurende eeuwen tekende de mens grenzen op het canvas van het gebied, een laatste keer in 1839 toen het een grensstreek tussen België en Nederland werd. Sporen van dit eeuwenoude grensverleden en -heden in de vorm van grenspalen, verdedigingssystemen, enz. zijn in het landschap leesbaar of maken deel uit van het gemeenschappelijke orale erfgoed.
Het is een gebied met een stille, bescheiden geschiedenis. In deze streek aan de rand van de Kempen noopte de voedselvoorziening op arme ondergrond eeuwenlang tot een dagelijks gevecht om het bestaan. Een rijke cultuurhistorie vertaalt zich dan ook niet in opzichtige kathedralen of monumenten, maar in functionele gebouwen zoals de vele wind- en watermolens. Een rijke culinaire traditie en (traditionele) festiviteiten zijn levende getuigen van de veerkracht van de mensen die ondanks het dagelijkse labeur genoten van het leven.
Wat zijn Biosfeergebieden?
Biosfeergebieden zijn gebieden waar lokale gemeenschappen samen werken aan een positieve, duurzame toekomst voor zichzelf en hun streek – zeg maar hun deel van de biosfeer, het dunne laagje van onze planeet waarin leven mogelijk is. Kenmerkend voor Biosfeergebieden is dat ze dynamisch zijn: innovatieve methoden voor de bescherming van biodiversiteit gaan er hand in hand met sociaaleconomische ontwikkeling. Het gaat dus over de duurzame ontwikkeling van een gebied en heeft daarnaast een wetenschappelijk karakter, met onderzoek en educatieve activiteiten als belangrijke pijlers.
Typisch is dat in de gebieden niet ‘top-down’ wordt gewerkt vanuit een centrale overheid, maar dat ze een levendig samenwerkingsverband vormen van lokale overheden, bewoners, bedrijven, scholen, kennisinstellingen en ngo’s.
Een Biosfeergebied moet belangrijke natuurlijke en culturele waarden hebben en enkele beschermde gebieden bevatten. Het gebied moet representatief zijn voor een type landschap en/of marien gebied, zodat de resultaten van het Biosfeerproject elders kunnen worden gebruikt. Biosfeergebieden kunnen zowel uit natuur- als cultuurlandschappen bestaan. Puur natuur of wildernis is geen noodzaak.
Geen bijkomende regels
Unesco heeft geen wetgevende bevoegdheden en de erkenning als Biosfeergebied leidt dan ook niet tot bijkomend beleid of bescherming van het gehele gebied. Unesco verwacht van Biosfeergebieden dat ze hun doelen bereiken, niet door bijkomende wetgeving te creëren of beperkingen op te leggen, maar door een actieve dialoog tussen de verschillende streekholders. Bovendien verandert er niets aan de rechten van de burgers op hun eigendommen.