Unesco Vlaanderen

Koloniën van Weldadigheid worden voorgedragen als werelderfgoed

Gepubliceerd op 29/01/2020 door Unesco Platform Vlaanderen

België en Nederland proberen voor de tweede keer om de Koloniën van Weldadigheid te laten inschrijven op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

De Koloniën van Weldadigheid, die aan het begin van de 19e eeuw werden opgezet voor de armenzorg, krijgen mogelijk in juli een plaats op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Vlaams minuster van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele en Nederland minister van Cultuur Ingrid van Engelshoven hebben afgesproken dat België de aanvraag namens beide landen zal indienen bij Unesco.

De Koloniën van Weldadigheid, ook wel ‘pauperkoloniën’ genoemd, zijn ’s werelds eerste en meest grootschalige voorbeelden van landbouwkoloniën voor armoedebestrijding. Ze werden gesticht in de tijd dat Nederland en België nog één land waren. Ze werden vanaf 1818 gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid met als doel arme mensen om te vormen tot eerzame burgers. Dat gebeurde onder meer door ze nieuwe landbouwgrond te laten ontginnen en bewerken.

Het is de tweede keer dat België en Nederland de Koloniën nomineren als werelderfgoed. Een eerdere poging mislukte in 2018. Toen formuleerde het Werelderfgoedcomité van Unesco een reeks aanbevelingen om de kans op inschrijving op de Werelderfgoedlijst te vergroten. De nieuwe nominatie houdt daar rekening mee. Zo worden niet langer alle zeven oorspronkelijke Koloniën voorgedragen maar enkel deze waar nog veel landschapselementen en gebouwen uit de 19e eeuw bewaard bleven. Het gaat om Frederiksoord, Wilhelminaoord en Veenhuizen in Nederland en Wortel in Vlaanderen.

Het dossier zal begin juli op het Werelderfgoedcomité in Fuzhou (China) beoordeeld worden.

Maak kennis met de Koloniën van Weldadigheid >