Vanuit het Flanders Unesco Trustfund (FUT) kende minister-president Jambon in mei steun toe aan drie nieuwe Unesco initiatieven op vlak van cultureel erfgoed voor een totaal van 859.419 USD. Het eerste is een project voor de bescherming van cultureel onderwatererfgoed in Afrika. Het tweede richt zich op immaterieel erfgoed in het onderwijs in Namibië en Zimbabwe. Tot slot draagt Vlaanderen bij aan Unesco's inspanningen voor de bescherming van erfgoed in Oekraïne met advies en beschermingsmaterialen.
Sinds 2010 financiert Vlaanderen via het FUT talloze Unesco-projecten gericht op erfgoed (cultureel, natuurlijk, onroerend, immaterieel, marien en onderwater erfgoed). Na verschillende projecten gericht op Werelderfgoed in de afgelopen jaren, wordt nu ingezet op andere culturele Unesco-conventies: de 2001 Conventie over Cultureel Onderwatererfgoed (denk aan scheepswrakken of verdronken nederzettingen) en de 2003 Conventie over Cultureel Immaterieel Erfgoed (denk aan tradities, rituelen, vakmanschap, ...).
Cultureel onderwatererfgoed in Mozambique
Dit project bouwt voort op het kleinere FUT-project gerealiseerd in 2019 voor een training voor Afrikaanse experten voor cultureel onderwatererfgoed op Mozambique Eiland, met betrokkenheid van Vlaams expert dr. Marnix Pieters.
Unesco wenst een expertisecentrum voor cultureel onderwatererfgoed voor Afrika uit te bouwen binnen het fort van Mozambique Eiland als Werelderfgoedsite, in samenwerking met lokale partner CAIRIM (Universiteit Eduardo Mondlande). Het centrum zou dan een maritiem museum, een wetenschappelijk conservatielaboratorium, opleidingscentrum en duikbasis voor wetenschappelijk onderzoek en duiktoerisme omvatten.
Binnen het project voorziet men de inrichting en restauratie van de zalen in het oude fort (voor leslokalen, museum, laboratorium, etc.), de opmaak van een permanente tentoonstelling, training van personeel, en een eerste training voor de doelgroep van Afrikaanse archeologen. Door zalen van het fort actief te gebruiken, draagt men ook bij tot een blijvend onderhoud van het gebouw als Werelderfgoedsite. Door faciliteiten voor duiktoerisme te voorzien wil men tevens bijdragen aan de lokale economie, wat het draagvlak en de duurzaamheid van het project kan versterken.
Immaterieel Erfgoed in Onderwijs in Namibië en Zimbabwe
Dit project ter waarde van 359.419 USD, bouwt deels voort op de eerdere FUT-projecten die tot 2019 liepen ter ondersteuning van capaciteitsopbouw over immaterieel cultureel erfgoed in Engelstalige landen in Zuidelijk Afrika, met onder meer de oprichting van het SAICH netwerk. Hierbij waren vooral ambtenaren en academici betrokken als drijvende kracht.
De doelgroep binnen dit project is gericht op het onderwijs in Namibië en Zimbabwe. Beide landen hebben recente beleidsplannen om erfgoed sterker te integreren in hun onderwijscurriculum. Unesco wenst met dit project die brede beleidsambities om te zetten naar concrete nieuwe leerplannen en lespakketten, op basis van de werking met de 24 pilootscholen die in het project zullen opgenomen worden. Binnen het project zijn er de volgende werkpakketten: 1) methodologische kader voor de pilootscholen, 2) capaciteitsopbouw en training, 3) toolkit en lessenplannen, 4) netwerk van betrokkenen met een ‘community of practice’, en 5) een beleidsdialoog.
Bescherming cultureel erfgoed in Oekraïne
Sinds de Russische aanval op Oekraïne, zet Unesco zich onder meer in op de monitoring, ondersteuning en bescherming van cultureel erfgoed in Oekraïne. Zo zorgt Unesco voor verpakkingsmaterialen, opbergdozen, brandbestendige koffers en brandblusapparaten, voor de bescherming van onroerend erfgoedsites en de veilige verpakking en opslag van roerend erfgoed. Daarbij komt ook de aanlevering van technisch advies en steun vanuit de Unesco’s Culturele Noodgevallen Experten Groep en de Internationale Adviesgroep voor Musea in Oekraïne. Om Unesco’s inspanningen op dat vlak te ondersteunen wordt vanuit het FUT een bijdrage van 100.000 USD overgemaakt aan Unesco's bijzondere rekening voor crisissituaties.