In het jongste nummer van The Unesco Courier wordt de blijvende aantrekkingskracht van musea onderzocht. Ondanks de mogelijkheid om kunstwerken digitaal te bekijken, blijven mensen wereldwijd massaal naar musea trekken om de unieke ervaring van het zien van originele kunstwerken te beleven.
De digitale revolutie geeft ons op elk moment en vanaf elke locatie toegang tot de werken van de grootste kunstenaars. En toch staan steeds meer bezoekers urenlang in de rij om schilderijen of beeldhouwwerken te zien die ze ook op een scherm in hun eigen huis zouden kunnen bekijken.
Musea zijn doorheen de tijd geëvolueerd. Als levende, open instellingen hebben ze zich aangepast aan de technologische en maatschappelijke kwesties van hun tijd. Musea zijn veel meer dan alleen vitrines waar bezoekers in kunnen staren. Ze zijn belangrijke economische en culturele spelers geworden en zijn aantrekkingspolen in steden.
Bovendien kunnen de primaire missies van musea (het bewaren van objecten, onderzoek, educatie, enz.) niet via internet worden uitgevoerd, zoals benadrukt in de Aanbeveling betreffende de bescherming en promotie van musea en collecties, die in 2015 door Unesco werd aangenomen.
Musea blijven meer dan ooit een verbinding tussen verleden en heden, een plek van overdracht tussen generaties, de bewaarplaats van collectief geheugen. En als ze worden geplunderd of vernietigd, zoals de afgelopen jaren in Afghanistan en Irak is gebeurd, zijn het niet alleen erfgoedobjecten die verdwijnen: een deel van de identiteit van deze landen wordt ondermijnd. Net daarom spant Unesco zich in om deze landen te helpen hun beschadigde musea te herstellen.
Een andere reden waarom het publiek vandaag de dag nog steeds massaal naar de schilderijen van de grote meesters komt kijken, is dat de emotie die ze uitstralen pas echt voelbaar is als we er oog in oog mee staan, in de unieke relatie die ontstaat tussen het originele werk van de kunstenaar en de toeschouwer. Alleen in het museum kunnen we waarnemen wat de Duitse filosoof en kunsthistoricus Walter Benjamin de “aura” van een kunstwerk noemde: “de eenmalige verschijning van een verte, hoe nabij zij ook is”.
Agnès Bardon
Hoofdredacteur The Unesco Courier