Elk van die conventies toont nog steeds de relevantie voor de bescherming van ons cultureel erfgoed – niet alleen bij economische ontwikkelingen, klimaatverandering of natuurrampen, maar vooral ook in conflictsituaties. We zijn in de 21e eeuw helaas nog steeds geconfronteerd met de doelbewuste vernietiging van cultureel erfgoed om tegenstanders in hun identiteit te raken, om een verleden uit te wissen, om de wereldgemeenschap te schofferen, of om gedeeld erfgoed en culturele dialoog letterlijk op te blazen. Denk maar aan de vernieling van Werelderfgoedsites zoals de grote Bamiyan boeddha’s in Afghanistan door de Taliban, of recenter aan de verwoesting van de Romeinse archeologische site in het Syrische Palmyra door IS. Plunderingen van musea zorgden ook voor meer illegale handel in antiquiteiten, vaak nog ter financiering van terroristische groepen. Unesco lanceerde daarom in 2015 de #Unite4Heritage campagne om dergelijke doelbewuste schade aan cultureel erfgoed aan te klagen en het belang van erfgoed kracht bij te zetten. Deze campagne werd destijds door de Vlaamse Regering financieel gesteund vanuit het Flanders Unesco Trustfund, net zoals enkele andere Unesco-projecten Vlaamse steun kregen om de schade aan Syrisch en Iraaks te erfgoed op te meten.
Na de eerste decennia met een focus op onroerend erfgoed, richtte Unesco zich sinds de jaren negentig steeds meer ook op roerend en vooral immaterieel cultureel erfgoed en cultuur in de brede zin. In 1992 startte Unesco met het ‘Memory of the World’ programma voor de bescherming van documentair erfgoed (archieven, boeken, opnames, …), gevolgd door het ‘Living Human Treasures’ programma in 1993 voor immaterieel erfgoed. Begin deze eeuw kwam er de échte doorstart met maar liefst drie nieuwe culturele conventies: de conventie voor cultureel onderwatererfgoed in 2001, de conventie voor immaterieel cultureel erfgoed in 2003, en de conventie rond culturele diversiteit gelanceerd in 2005 als een kaderverdrag voor een omvattend cultureel beleid. Tot slot bracht Unesco in 2015 een aanbeveling over musea en collecties uit, met bijzondere aandacht voor de sociale rol van musea, naast het klassieke collectiebeheer. Meer oog voor diversiteit, voor erfgoed uit niet-Westerse landen, en voor de rol van cultuur bij duurzame ontwikkeling vormden de drijfveren voor die nieuwe focus. Een bredere en meer evenwichtige aanpak was welkom. De Werelderfgoedlijst is tot op vandaag immers gedomineerd door de enorme hoeveelheid aan Europese erfgoedsites, met een ondervertegenwoordiging van Werelderfgoed uit Afrika. De recentere conventies gericht op culturele diversiteit en op tradities en praktijken – in plaats van op ‘monumentale bouwwerken’ – hebben bijgedragen aan een grotere zichtbaarheid en erkenning van cultureel erfgoed in de brede zin.
De conventie voor immaterieel cultureel erfgoed was niet alleen een opsteker voor Azië, Afrika en Latijns-Amerika, maar gaf ook in Europa een stimulus aan de ontwikkeling van het beleid rond levend erfgoed. Vlaanderen nam een markante voortrekkersrol op, met een snelle ondertekening en omzetting van de conventie in Vlaamse beleidsvoering: denk maar aan de Inventaris Vlaanderen voor het immaterieel cultureel erfgoed en de start van www.immaterieelerfgoed.be. Ook diverse cultureel-erfgoedorganisaties gingen actief rond het nieuwe immaterieel-erfgoedbeleid aan de slag. Meerdere organisaties (FARO, Werkplaats Immaterieel Erfgoed, CAG, Sportimonium, …) deden bovendien een aanvraag om als NGO door Unesco geaccrediteerd te worden in het kader van de Conventie en kunnen zo deelnemen aan de Unesco-vergaderingen, raadplegingen en samenwerkingen.
Het mag duidelijk zijn dat Unesco ook in Vlaanderen inspireert en beleidskaders aanreikt, en werkt aan wereldwijde uitdagingen die ons allemaal aangaan voor de bescherming van waardevol erfgoed met oog voor wederzijds begrip en culturele dialoog. Hete hangijzers zoals ‘Aalst Carnaval’ (zie ook artikel op pagina 8 in 'FARO') en het ‘dekoloniseringsdebat’ tonen aan dat ook bij ons blijvende dialoog rond erfgoed zinvol en nodig is. De Vlaamse Unesco Commissie heeft als opdracht om de ‘Vlaamse Gemeenschap’ (overheden, middenveld, experts, burgers, …) te betrekken bij het werk van Unesco, door te ondersteunen bij de uitvoering van Unesco programma’s, advies te geven, op te treden als aanspreekpunt en informatie te bieden.
Unesco zit in Vlaanderen en Vlaanderen is betrokken bij Unesco. Ondanks het politieke gekrakeel en de gebreken van Unesco als VN-agentschap, blijft internationale samenwerking 75 jaar later nog steeds relevant voor een duurzame toekomst. Dat laten het klimaatdebat en de Corona-pandemie ook zien. Unesco draagt haar steentje bij op het vlak van globale samenwerking rond onderwijs, wetenschap en cultuur. En daar kunnen we in Vlaanderen ook aan bijdragen en meewerken.
Dit artikel en andere kan u lezen via volgende link: https://issuu.com/faronet/docs/faro_2020_13_4_issuu
Website 'FARO': https://faro.be/