Unesco Vlaanderen

Duitsland geeft roofkunst terug aan Nigeria

Gepubliceerd op 05/07/2022 door Unesco Platform Vlaanderen

Unesco is blij met de ondertekening van een overeenkomst tussen Duitsland en Nigeria voor de teruggave van 1.130 geroofde bronzen beelden uit Benin. Beide landen gaan ook een uitgebreide culturele samenwerking aan.

Duitsland en Nigeria ondertekenden op 1 juli 2022 in Berlijn een gezamenlijke verklaring voor de teruggave van bronzen beelden uit Benin aan Nigeria. De beelden werden in 1897 geplunderd uit het koninklijk paleis van de Oba door Britse koloniale troepen en waren sindsdien grotendeels verworven door verschillende Duitse musea.

De verklaring gaat verder dan alleen restitutie en voorziet in uitgebreide culturele samenwerking. In de verklaring staat dat Duitsland zal deelnemen aan archeologisch onderzoek, training zal geven aan Nigeriaans museumpersoneel, zal helpen bij de bouw van een nieuw museum in Benin en geroofde bronzen beelden uit Benin zal teruggeven uit Duitse museumcollecties.

Inspirerend voorbeeld van internationale samenwerking

“Unesco is verheugd met deze historische overeenkomst als een voorbeeld van succesvolle internationale samenwerking, waardoor het Afrikaanse continent zijn erfgoed kan terugvorderen,” aldus Ernesto Ottone R., adjunct-directeur-generaal voor Cultuur van Unesco. “Deze verklaring is des te belangrijker omdat het de weg vrijmaakt voor een bredere dynamiek van culturele samenwerking waarvan we hopen dat het andere landen zal inspireren en tot soortgelijke samenwerkingsprojecten zal leiden.”

Duitsland en Nigeria hebben de Unesco-conventie van 1970 met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de ongeoorloofde invoer, uitvoer en overdracht van eigendom van cultuurgoederen, geratificeerd, die het sluiten van bilaterale overeenkomsten over teruggave van cultuurgoederen aanmoedigt. De preambule van de conventie van 1970 stelt dat “musea, bibliotheken en archieven ervoor moeten zorgen dat hun collecties worden opgebouwd in overeenstemming met universeel erkende morele principes.”