Onder impuls van Oostenrijk hebben een aantal Europese landen, waaronder België, de traditionele techniek van graslandbevloeiing voorgedragen voor de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed. Graslandbevloeiing houdt in dat je water uit een rivier, beek of bron op zo’n manier omleidt dat het over een weide stroomt.
Graslandbevloeiing is een techniek om water uit een rivier, beek of bron op zo’n manier om te leiden dat het over een weide stroomt – de vloeiweide. Door het stromende water komen water en voedingsstoffen op het land terecht, waardoor het land vruchtbaarder wordt, minder snel uitdroogt en beter tegen vorst kan. Het omleiden is een ingenieus proces dat veel expertise en samenwerking vereist: het gebeurt onder andere door het bedienen van sluizen, het aanleggen van dammen en het graven van geulen. Graslandbevloeiing stimuleert ook de flora en fauna op het land en in de bodem. Het is daarnaast een manier om verdroging tegen te gaan – een van de gevolgen van klimaatverandering. Graslandbevloeiing wordt al sinds de Middeleeuwen toegepast, en is tot op de dag van vandaag van betekenis.
Internationale contacten
Graslandbevloeiing wordt nog beoefend in Nederland, Oostenrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Luxemburg en Italië. Er bestaan veel internationale contacten tussen de beoefenaars. Daarom hebben deze landen samen besloten om deze techniek voor te dragen voor de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid
Witteren in Vlaanderen
De Vloeiweiden in de Grote Watering in Lommel-Kolonie vormen vandaag de grootste gereactiveerde, aaneengesloten oppervlakte vloeiweiden in beddenbouw zoals er vooral in de 19de eeuw op grote schaal werden aangelegd in Europa. Nergens in Europa wordt op dezelfde schaal en enkel door vrijwilligers op de oude wijze grasland bevloeid. Sinds 1979 zet een hechte groep vrijwilligers zich ieder jaar samen in om de graslanden op de Grote Watering traditioneel te bevloeien.