Een affichecampagne zet immaterieel cultureel erfgoed in de kijker. En iedereen die ermee bezig is, kan helpen om immaterieel erfgoed in het straatbeeld te brengen.
De Conventie voor het borgen van het immaterieel cultureel erfgoed bestaat twintig jaar. Unesco viert de verjaardag wereldwijd, in Vlaanderen leidt Werkplaats immaterieel erfgoed de dans.
Immaterieel erfgoed
Immaterieel erfgoed zijn gewoontes, kennis, vaardigheden en praktijken van vandaag, die mensen hebben meegekregen en graag willen doorgeven voor de toekomst. Je vindt ze in feesten en rituelen, in dans en muziek of in sport en spel, in eetculturen, in circus of carnaval. Het gaat om oude landbouwtechnieken of over de vaardigheden van vakmensen. Immaterieel erfgoed gaat mee met de tijd, verandert en evolueert met ons mee.
Een van de initiatieven om de verjaardag van de Conventie te vieren is een affichecampagne met vier campagnebeelden die in de zomermaanden gedurende twee weken te zien zullen zijn in de Vlaamse en Brusselse treinstations. Bedoeling is om het begrip ‘immaterieel erfgoed’ beter bekend te maken en de diversiteit ervan te tonen.
Zo goed voelt immaterieel erfgoed
De campagne loopt onder het motto ‘zo goed voelt immaterieel erfgoed’. Want immaterieel erfgoed beleven doe je met al je zintuigen. Elk campagnebeeld alludeert op één van die zintuigen:
- Zo goed klinkt immaterieel erfgoed: het manueel klokkenluiden in Roeselare (Veerle Cattry)
- Zo goed ruikt immaterieel erfgoed: het maken van strandbloemen (Moyi en Anna)
- Zo goed smaakt immaterieel erfgoed: de Belgische frietkotcultuur (Luc De Ryck)
- Zo goed oogt immaterieel erfgoed: tatoeëren als ambacht (Tanne Sinnaeve)