Unesco Vlaanderen

Unesco-conventie immaterieel erfgoed bestaat 20 jaar

Gepubliceerd op 17/10/2023 door Unesco Platform Vlaanderen

De Algemene Conferentie van Unesco nam de ‘Conventie voor het borgen van immaterieel cultureel erfgoed’ aan op 17 oktober 2003. Twintig jaar later is de kijk op wat erfgoed en van waarde is, verruimd. Levend erfgoed krijgt meer aandacht en erkenning.

Immaterieel erfgoed zijn gewoontes, kennis, vaardigheden en praktijken van vandaag, die mensen hebben meegekregen en graag willen doorgeven voor de toekomst. Je vindt ze in feesten en rituelen, in dans en muziek of in sport en spel, in eetculturen, in circus of carnaval. Het gaat om oude landbouwtechnieken of over de vaardigheden van vakmensen. Immaterieel erfgoed gaat mee met de tijd, verandert en evolueert met ons mee.

Het doel van de Conventie is om samen zorg te dragen voor dit levend erfgoed en het in de schijnwerpers te zetten: om de waarde en betekenis ervan voor mensen overal ter wereld te tonen, de rijkdom aan culturele diversiteit te koesteren en ook het belang van dit erfgoed in duurzame ontwikkeling te onderstrepen.

Lijsten voor erkenning

De Conventie is het meest gekend voor de ‘Representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid’ die is opgezet voor een grotere zichtbaarheid en bewustzijn, met een weerspiegeling van wereldwijde culturele diversiteit. Daarnaast is er de ‘Lijst voor dringende borging’ voor erfgoed waarvan het voortbestaan bedreigd is, en het ‘Register van goede borgingspraktijken'.

Intussen prijken 676 vormen van immaterieel erfgoed uit 140 landen en alle regio’s van de wereld op de Unesco-lijsten. Vanuit Vlaanderen zijn er 12 Unesco-erkenningen, zoals de Garnaalvisserij te paard in Oostduinkerke en de Heilig Bloedprocessie in Brugge.

In Vlaanderen

België sloot in 2006 aan bij het verdrag. Nadat de spelregels voor het in de praktijk brengen van de Conventie in 2008 internationaal waren afgesproken, is de ‘Inventaris Vlaanderen van het immaterieel erfgoed’ opgestart. Die telt intussen 69 immaterieel-erfgoedpraktijken, variërend van de Gentse Feesten en het molenaarsambacht tot bloemencorso’s en de kermiscultuur.

In Vlaanderen is er ook een ‘Register voor inspirerende borgingspraktijken’ sinds 2019. In 2023 stonden daar al 21 acties op. In datzelfde jaar werd een beurzensysteem ontwikkeld voor het doorgeven van vakmanschap. Zo gingen al 102 trajecten van start waarin meesters en leerlingen hun kennis en kunde delen, leren en ontplooien.

Dat immaterieel erfgoed bij uitstek levend erfgoed is, blijkt op immaterieelerfgoed.be – de website voor immaterieel erfgoed in Vlaanderen. Mensen die op de een of andere manier betrokken zijn bij immaterieel-erfgoedpraktijken meldden er spontaan al 355 praktijken aan om in de kijker te zetten. Ze tonen de rijke diversiteit van immaterieel erfgoed: vakmanschap, stoeten, fanfares, reuzenoptochten, kermissen, ambachten, dans- en muziektradities, streekgerechten, traditionele kennis rond natuur en landbouw, visserij, enz.

Verjaardagswensen en memorandum

Sinds 2008 is in het Vlaamse erfgoedveld een dynamisch netwerk uitgebouwd van verschillende partners die samenwerken rond immaterieel erfgoed: ingebedde erfgoedcellen, Vlaamse expertisecentra en dienstverleners, musea, archieven en vele anderen.

Het netwerk maakte een verjaardagskaart voor de twintigste verjaardag van de Unesco-conventie voor het borgen van het immaterieel cultureel erfgoed die ook een memorandum is met acht doelen om naartoe te werken in de komende tien jaar.

Internationaal

De werking rond immaterieel erfgoed beperkt zich niet tot Vlaanderen. Tussen 2010 en 2020 kregen verschillende projecten in zuidelijk Afrika vanuit het Vlaams Unesco Trustfonds ondersteuning met als resultaat dat 7 Engelstalige landen (Botswana, Eswatini, Lesotho, Malawi, Namibië, Zambia en Zimbabwe) nu nauw samenwerken binnen een gezamenlijk platform. Recent ging ook een nieuw project van start onder de noemer ‘Immaterieel cultureel erfgoed borgen in het basisonderwijs van Namibië en Zimbabwe’: een driejarig project om leren met levend erfgoed te promoten en het in te bedden in leerplannen en lerarenopleidingen.