Unesco Vlaanderen

Amira Hass krijgt persvrijheidprijs

Gepubliceerd op 28/03/2003 door Unesco Platform Vlaanderen

De Israëlische journaliste Amira Hass die al ruim 10 jaar in de Palestijnse gebieden woont en werkt, is dit jaar de laureaat van de UNESCO/Guillermo Cano Prijs voor de Persvrijheid. "Het professioneel engagement, de onafhankelijkheid en de moed die Amira Hass het voorbije decennium aan de dag legde, zijn buitengewoon," zegt UNESCO directeur-generaal Koïchiro Matsuura. "Als er vrede komt tussen Israëli's en Palestijnen, dan zal dat dankzij mensen als Amira Hass zijn. Mensen die de feiten onder ogen willen zien en ze begrijpen."

Amira Hass is de eerste en enige Israëlische journalist die in de Palestijnse gebieden woont. Ze verhuisde naar Gaza in december 1993 na de ondertekening van de Israëlisch-Palestijnse akkoorden en vestigde zich in Ramallah op de Westoever in 1997. Ondanks de beperkingen die ze opgelegd kreeg van zowel de Israëlische militaire en Palestijnse autoriteiten brengt ze geëngageerd verslag uit over het dagelijkse leven van de Palestijnen en de problemen waaraan ze het hoofd moeten bieden. Haar onafhankelijke en kritische berichtgeving over het beleid van de Israëli's en de Palestijnen zorgde ervoor dat ze meermaals onder vuur kwam te liggen van beide zijden.

De journaliste werd geboren in 1956 en studeerde geschiedenis in Jeruzalem en Tel Aviv. Haar baan als leerkracht ruilde ze in 1989 voor een carrière als journalist bij de Israëlische krant Ha'aretz. In 1991 begon ze te schrijven over de Palestijnse gebieden, schijnbaar onbevreesd voor het gevaar en de kritiek van Israëli's en Palestijnen.

De persvrijheidprijs, goed voor een bedrag van 25.000 euro, wordt jaarlijks toegekend op aanbeveling van een internationale onafhankelijke jury. De prijs is vernoemd naar de Colombiaanse journalist Guillermo Cano die in 1987 vermoord werd omwille van zijn kritische berichtgeving over de activiteiten van de drugsbaronnen in zijn land. Amira Hass krijgt de prijs op 3 mei, wereldpersvrijheiddag, overhandigd tijdens een ceremonie in Kingston (Jamaica).