Het Werelderfgoedcomité van UNESCO, het orgaan dat toeziet op de implementatie van de Werelderfgoedconventie en beslist over welke sites er op de Werelderfgoedlijst worden ingeschreven, heeft op 25 juni 2009 tijdens zijn 33ste bijeenkomst in het Spaanse Sevilla beslist om de Elbevallei in Dresden (Duitsland) te schrappen van de Werelderfgoedlijst. De beslissing is ingegeven door de bouw van een brug met vier rijstroken in het hart van het cultureel landschap. Het comité is van mening dat deze brug de "uitzonderlijke universele waarde waarvoor de site werd erkend" tenietdoet.
Dresden werd als cultureel landschap op de Werelderfgoedlijst opgenomen in 2004. Duitsland is van plan om de site in de toekomst opnieuw voor te dragen voor opname op de Werelderfgoedlijst. Het comité sluit niet uit dat bepaalde delen van de site van uitzonderlijke universele waarde zijn en dus in aanmerking kunnen komen voor een nieuwe erkenning, weliswaar met andere grenzen dan de site die nu van de Werelderfgoedlijst is gehaald.
Het 18de en 19de eeuwse cultureel landschap van de Elbevallei in Dresden strekt zich uit over ongeveer 18 km uit langs de rivier, van het Übigau paleis en de Ostragehege velden in het noordwesten tot het Pillnitz paleis en het eiland van de Elbe in het zuidoosten. De site werd in 2006 toegevoegd aan de Lijst van het Bedreigd Werelderfgoed omwille van de geplande Waldschlössen brug.
Dresden is nog maar de tweede site in de geschiedenis van de Werelderfgoedconventie van 1972 die wordt geschrapt van de Werelderfgoedlijst. In 2007 ontnam het Werelderfgoedcomité het leefgebied van de Arabische oryx in Oman de werelderfgoedstatus. Die beslissing kwam er omdat de regering van Oman in het gebied aan grootschalige grondstoffenwinning ging doen en omdat door wanbeleid het aantal oryxen, een soort antilopes, in het gebied op vrij korte tijd daalde van circa 450 naar 65.