Studies wijzen uit dat meer dan de helft van alle natuurlijke Werelderfgoed-sites bedreigd zijn door grootschalige industriële projecten, met negatieve gevolgen voor de impact op het ecosysteem. Daarom is het Werelderfgoed-centrum in de voorbije jaren gesprekken aangegaan met onder meer de mijnbouw- en oliesector en het verzekerings- en bankwezen, om te vermijden dat projecten worden ondernomen of gefinancierd in of vlakbij Werelderfgoed.
Grote bedrijven zoals Shell, Total, Goldman Sachs en JP Morgan, evenals de International Council on Mining and Metals (ICMM) hebben daardoor een ‘No Go Commitment’ onderschreven. Zo liet Bernard Looney, de CEO van BP, op 5 juni weten dat BP geen olie- of gasprojecten meer zal aangaan binnen natuurlijke of culturele Unesco-Werelderfgoedsites (lees hier het volledige artikel).
Concreet wil dit FUT-project onder meer een online inventaris opmaken van bedrijven die het 'No Go Commitment' ondertekenden, en wil het de minimumcriteria voor het 'No Go Commitment' verder stroomlijnen. Zo beoogt het een groter engagement vanuit de privésector voor de bescherming van natuurlijk Werelderfgoed aan te moedigen.
