Unesco Vlaanderen

Madagaskar, liefde voor muziek

Gepubliceerd op 22/08/1999 door Unesco Platform Vlaanderen

Vanwaar je interesse voor traditionele muziek?

Victor Randrianary: Ik genoot een opleiding als klassiek gitarist, zong in koren, en speelde de Madagassische citer, die we de 'valiha' noemen. Op een dag, in 1984, was ik bij de Bara, een volk uit het Zuiden van Madagaskar. Ik ontdekte er een aantal instrumenten die me fascineerden. Onder andere een set fluiten en drums, die 'paritakyo' heet. Ik leerde er ook een bijzondere xylofoon kennen die je op je benen moet bespelen, en een heel speciale set fluiten, de 'kiloloky', die een heel rijke en gevarieerde klank en ritme produceren die je bijna niet meer vindt dezer dagen.

Als de 'kiloloky' een vrouwenkoor begeleidt, krijg je iets fantastisch. Ze spelen stemspelletjes, ze fluiten, ze dansen. Het is een soort van muzikale extase, waarbij je alle tijdsgevoel verliest -een heel rijke ervaring om te delen met anderen.

Ik zei tegen mezelf 'Hoe is het mogelijk dat ik dit nog nooit gezien of gehoord heb, terwijl ik amper 100km hier vandaan woon. Ik moet iets doen om dit alles te catalogeren en te bewaren.'

Muziek is uiteraard belangrijk voor u, maar hoe zit het met de rest van de bevolking, voelen zij een speciale band met muziek?

Muziek is alomtegenwoordig in Madagaskar, vooral bij het Antandoy volk. In alles wat ze doen zit een toon, een ritme, een melodie. De vrouwen zingen er de hele tijd, of ze nu aan het koken zijn, of water aan het halen zijn, het maakt niet uit. Als ze graan pletten, is er muziek. Als ze matten weven, begeleidt hun gezang het geritsel van het stro. Alle ceremonies beginnen en eindigen met muziek. Muziek maakt deel uit van elk spel, elke vrijetijdsbesteding.

Volle maan is ook een muzikale aangelegenheid. Onder het licht van de maan, komen kinderen en volwassenen de straat op om samen muziek te maken. Het geluid van de 'valiha' spelers mengt zich met dat van de kikkers en krekels en schept zo een uniek klanklandschap.

Waar werkt u momenteel aan?

Nu wordt ik geboeid door een muziekvorm die door kinderen gespeeld wordt, 'galeha'. Ze slaan of knijpen hun kelen om plotselinge geluiden te maken, of een vorm van jodelen. 'Galeha' heeft diepe wortels. Het is een soort vocale wedstrijd tussen twee volken of twee groepen -maar nooit van dezelfde familie- die elkaar verwijten naar het hoofd slingeren. De woorden worden zeer goed afgewogen. De kinderen roepen de naam van lichaamsdelen van hun tegenstanders familie uit, raken elkaar aan, en beginnen zelfs soms te vechten.

Ze leren over de traditie van de eer, door de eer van hun familie en zichzelf te verdedigen. Het is ook een soort van inwijdingsritueel. Enkel de kinderen die 'galeha' kunnen spelen, en zichzelf verbaal kunnen verdedigen, worden in staat geacht herder te zijn: je kan geen kudde ossen toevertrouwen aan iemand die zichzelf niet kan verdedigen.

Worden dergelijke tradities met uitsterven bedreigd?

Niet echt, maar ze veranderen. De Bara konden me de namen geven van verschillende beroemde 'valiha' spelers, maar in hun gebied wonen er maar twee meer, terwijl het eens het nationale instrument was. De xylofonen op benen, worden zeldzaam. De Antandoy kinderen kunnen bijna niet meer jodelen.

Maar misschien scheppen ze wel iets nieuws. De Sakalava bijvoorbeeld, kenden de 'galeha' helemaal niet. Maar de Antandoy brachten het met zich mee toen ze migreerden, en nu spelen de Sakalava kinderen het.

Hoe kunnen mensen bewust gemaakt worden van de waarde van traditionele muziek, in een land waar verschillende etnische groepen samen leven?

Muziek die je nog nooit eerder hoorde, zal je minder gemakkelijk graag horen. Maar als de muziek van de xylofoon op benen op de radio gespeeld wordt, zullen de dorpelingen die eraan gewoon zijn in de wolken zijn. Vandaag houden veel mensen in Madagaskar van Céline Dion. Zij is iemand die ze niet kenden, maar geleidelijk aan zijn ze haar gewoon geworden, en van haar gaan houden. Nadat ze het geluid van de xylofoon uit het zuiden hoorden, zullen de mensen uit het noorden het uiteindelijk ook gaan appreciëren. Het is dus vooral een zaak van het verspreiden en uitzenden van de traditionele muziek.

Ben je optimistisch over de toekomst van de muziek in Madagaskar?

Wat me hoopvol stemt, is dat, wanneer ik naar dorpen ga waar niemand de xylofoon op benen in de afgelopen 30 jaar bespeelde, de mensen opnieuw beginnen met het maken van de instrumenten en dat de kinderen vragen 'wat is dat?' en ze erop beginnen te spelen. Etno-muziekologie gaat niet enkel om het bestuderen van muziek, maar evenzeer om mensen te helpen om hun vergeten gebruiken nieuw leven in te blazen.

Ook muzikanten naar het buitenland sturen, helpt. Als er niemand luistert terwijl je speelt, raak je snel ontmoedigd. Als muzikanten voelen dat ze geapprecieerd worden, moedigt dat hen aan om verder te zetten. Als een groep die ik naar Europa stuurde, terug thuis kwam, zeiden al hun vrienden meteen: "Wij gaan ook terug muziek beginnen spelen."