Unesco reageert op de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties die de Russische aanval op Oekraïens scherp veroordeelt.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft op 2 maart 2022 een resolutie aangenomen over agressie tegen Oekraïne. Als reactie op deze resolutie en in het licht van de verwoestende escalatie van geweld, maakt Unesco zich grote zorgen over de ontwikkelingen in Oekraïne en werkt zij aan het beoordelen van schade op alle gebieden die onder haar bevoegdheid vallen (met name onderwijs, cultuur, erfgoed en informatie) en aan het uitvoeren van noodhulpacties.
De resolutie bevestigt opnieuw het allerhoogste belang van het VN-Handvest en de toewijding aan de soevereiniteit, onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, en eist dat de Russische Federatie onmiddellijk stopt met het gebruik van geweld tegen Oekraïne.
Totaal onaanvaardbaar geweld
De directeur-generaal, Audrey Azoulay, sluit zich volledig aan bij de openingstoespraak van de secretaris-generaal tijdens de speciale zitting van de Algemene Vergadering, waarin hij zei dat “dit escalerende geweld – dat leidt tot burgerdoden, waaronder kinderen – totaal onaanvaardbaar is.”
Cultureel erfgoed beschermen
Daarnaast roept ze op tot de “bescherming van het Oekraïens cultureel erfgoed, dat getuigt van de rijke geschiedenis van het land, inclusief zeven werelderfgoedsites, drie steden die behoren tot het netwerk van Unesco Creatieve Steden, zijn nationale archieven – waarvan sommige opgenomen zijn in het Memory of the World Register van Unesco – en zijn sites ter herdenking van de tragedie van de Holocaust.”
Geen burgerdoelwitten aanvallen
In overeenstemming met haar mandaat eist Unesco de onmiddellijke stopzetting van aanvallen op civiele voorzieningen, zoals scholen, universiteiten, gedenkplaatsen, culturele en communicatie-infrastructuren, en betreurt zij burgerslachtoffers, waaronder studenten, docenten, kunstenaars, wetenschappers en journalisten. Ze beklemtoont dat vrouwen en kinderen, vooral meisjes, onevenredig zwaar getroffen worden door het conflict en de ontheemding.
Veroordeling van aanvallen op scholen
Op het gebied van onderwijs stelt Resolutie 2601, aangenomen in 2021 door de VN-Veiligheidsraad, dat de VN-lidstaten “aanvallen en dreigingen van aanvallen op scholen moeten voorkomen en de bescherming moeten waarborgen van scholen en burgers die verbonden zijn met scholen, met inbegrip van kinderen en leerkrachten tijdens gewapende conflicten en na een conflict”. In de resolutie van de Algemene Vergadering van 2 maart wordt ernstige bezorgdheid geuit over berichten over aanvallen op civiele voorzieningen, waaronder scholen. In dit verband veroordeelt Unesco met klem aanvallen op onderwijsfaciliteiten, waarbij de afgelopen week ten minste zeven instellingen zijn beschadigd, waaronder de aanval op 2 maart op de Karazin Kharkiv National University.
De landelijke sluiting van scholen en onderwijsfaciliteiten heeft gevolgen voor de hele schoolgaande bevolking: 6 miljoen leerlingen tussen 3 en 17 jaar oud en meer dan 1,5 miljoen ingeschreven studenten in instellingen voor hoger onderwijs. De escalatie van geweld belemmert de beschermende rol van het onderwijs en de impact kan verstrekkend zijn, ook in de buurlanden.
Internationaal humanitair recht respecteren
Op het gebied van cultuur onderstreept Unesco de verplichtingen van het internationaal humanitair recht, met name het Verdrag van Den Haag van 1954 voor de bescherming van culturele eigendommen in geval van gewapende conflicten en de twee protocollen (1954 en 1999), om af te zien van het toebrengen van schade aan culturele eigendommen , en veroordeelt alle aanvallen op en schade aan cultureel erfgoed in al zijn vormen in Oekraïne. Unesco roept ook op tot de volledige uitvoering van resolutie 2347 (over de bescherming van cultureel erfgoed en de strijd tegen illegale handel in culturele goederen om terrorisme te financieren -n.v.d.r.) van de VN-Veiligheidsraad.
In dit opzicht maakt Unesco zich ernstig zorgen over de schade die is geleden door de stad Charkov, Unesco Creatieve Stad voor Muziek, en het historische centrum van Tsjernihiv, dat op de voorlopige Werelderfgoedlijst van Oekraïne staat. Unesco betreurt ten zeerste de berichten over schade aan het werk van de beroemde Oekraïense kunstenaar Maria Primachenko, met wiens verjaardag Unesco in 2009 werd geassocieerd.
Unesco veroordeelt ook de aanslag op het Holocaust-monument Babyn Yar, de plaats van een van de grootste massaschietpartijen op joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, en roept op tot respect voor historische locaties, waarvan de waarde voor educatie en herdenking onvervangbaar is.
Monumenten beschermen
Om aanslagen te voorkomen, werkt Unesco, in nauwe samenwerking met de Oekraïense autoriteiten, eraan om belangrijke historische monumenten en locaties in heel Oekraïne zo snel mogelijk te markeren met het kenmerkende embleem van het Verdrag van Den Haag van 1954, een internationaal erkend signaal voor de bescherming van culturele erfgoed in het geval van een gewapend conflict. Daarnaast heeft Unesco de Oekraïense autoriteiten benaderd met het oog op het organiseren van een bijeenkomst met museumdirecteuren in het hele land om hen te helpen in te spelen op de dringende behoeften op het gebied van de bescherming van museumcollecties en culturele eigendommen. In samenwerking met UNITAR/UNOSAT zal Unesco de schade van culturele sites monitoren door middel van analyse van satellietbeelden.
Journalisten vrijwaren
Op het gebied van toegang tot informatie en vrijheid van meningsuiting herinnert Unesco aan haar eerdere verklaring waarin de verplichtingen onder Resolutie 2222 van de VN-Veiligheidsraad worden benadrukt om mediaprofessionals en aanverwant personeel te beschermen. Ze merkt verder op, zoals in dezelfde resolutie, "media-apparatuur en -installaties vormen civiele objecten en zullen in dit opzicht niet het voorwerp zijn van aanvallen of represailles, tenzij het militaire doelen zijn".
In dit verband maakt Unesco zich grote zorgen over berichten over het aanvallen van media-infrastructuur, waaronder de beschieting van de belangrijkste televisietoren van Kiev op 1 maart 2022, waarbij meerdere dodelijke slachtoffers zijn gevallen, waaronder ten minste één mediamedewerker, en gevallen van geweld tegen journalisten. en pogingen om de toegang tot internet te beperken.
In een conflictsituatie zijn vrije en onafhankelijke media van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat burgers toegang hebben tot mogelijk levensreddende informatie en om desinformatie en geruchten te ontkrachten.