De UNESCO-conventie betreffende de bescherming van cultureel erfgoed onder water is van toepassing op alle sporen van menselijk bestaan met een culturele, historische of archeologische waarde die minstens 100 jaar onder water liggen. Vandaar dat het wrak van de Titanic vanaf 15 april 2012 bescherming geniet van de Conventie.
Bescherming en samenwerking
De Algemene Conferentie nam de UNESCO-conventie betreffende de bescherming van cultureel erfgoed onder water aan op 2 november 2001. Het verdrag bevat de basisprincipes voor de bescherming van cultureel erfgoed onder water, voor samenwerking tussen landen en algemeen aanvaarde praktische regels met betrekking tot archeologische activiteiten op sites onder water. De Conventie slaat op bescherming en samenwerking maar niet op regels omtrent de eigendom van scheepswrakken, noch op de omschrijving van maritieme zones.
De Conventie is het antwoord van de internationale gemeenschap op de vernieling van archeologische sites onder water door commerciële schattenjagers. Het verdrag is ook een illustratie van het groeiend bewustzijn dat scheepswrakken dezelfde bescherming verdienen als erfgoed aan land.
Verplichtingen van lidstaten
Voor het wrak van de Titanic betekent de bescherming dat alle lidstaten van de Conventie het plunderen, verkopen en verdelen van het wrak en zijn artefacten moeten verbieden. Ze moeten de maatregelen treffen die tot hun mogelijkheden behoren om de site te beschermen en om te verzekeren dat de nog achtergebleven stoffelijke overschotten met respect behandeld worden.
Aangezien het wrak van de Titanic in internationale wateren ligt, beschikt geen enkel land over exclusieve jurisdictie over het gebied waar het wrak te vinden is. Landen hebben enkel jurisdictie over de vaartuigen die onder hun vlag varen. De Conventie van 2001 voorziet een samenwerkingssysteem tussen landen dat van toepassing is in internationale wateren en behelst dat landen elkaar verwittigen als er gevaar dreigt voor een archeologische site onder water en dat staten samenwerken om niet-wetenschappelijke en onethische interventies te voorkomen. Lidstaten van de Conventie moeten sancties opleggen aan verantwoordelijken voor schendingen, beschermingsmaatregelen treffen en onwettig verworven artefacten aanslaan. Ze moeten ook hun havens sluiten voor elk vaartuig dat betrokken is bij activiteiten die in strijd zijn met de Conventie.
Wereldwijd probleem
Naar aanleiding van de verjaardag van het vergaan van de Titanic uitte Irina Bokova, directeur-generaal van UNESCO, haar bezorgdheid over de aanhoudende vernieling en plundering van duizenden scheepswrakken verspreid over de hele wereld. Ze benadrukt dat de bezorgdheid over de commerciële exploitatie van de Titanic geen alleenstaand geval is - ook als is het wellicht het meest zichtbare voorbeeld.
Er zijn al flink wat inspanningen geleverd om een oplossing te vinden voor de artefacten van de Titanic die zijn bovengehaald maar de Conventie van 2001 beklemtoont dat alle scheepswrakken dezelfde aandacht verdienen en moeten beschouwd worden als maritieme herdenkingsplaatsen aan de mensen die overleden bij het zinken. De wrakken moeten worden onderzocht maar niet gebruikt met winstbejag als doel.