Irina Bokova, directeur-generaal van UNESCO, kondigde op 30 januari 2013 aan dat UNESCO er alles zal aan doen om het cultureel erfgoed van Mali te vrijwaren en in ere te herstellen. "Het vormt een essentieel onderdeel van de identiteit en de geschiedenis van het land en is van fundamenteel belang voor de toekomst ervan," zo zei Bokova. "De restauratie en de wederopbouw zal de bevolking van Mali de kracht en het vertrouwen geven om de nationale eenheid te herstellen en de blik op de toekomst te richten."
Nationale eenheid herstellen
"Nu de situatie in Timboektoe stilaan normaliseert, moeten we er alles aan doen om de mensen van Mali te helpen om de bladzijde om te slaan in het licht van de nationale samenhang," meent de directeur-generaal. "De recente escalatie van de moedwillige vernieling van Mali's erfgoed maakt dit des te dringender."
UNESCO is vastbesloten om te helpen bij de heropbouw van de mausolea van Timboektoe en de graftombe van Askia in Gao. De Organisatie zal expertise en middelen mobiliseren om te helpen bij het beschermen en bewaren van de oude manuscripten die getuigen van de rijke geschiedenis van de regio als belangrijk centrum voor de islamitische ontwikkeling.
Actieplan opstellen
Van zodra de veiligheid op het terrein het toelaat, zal UNESCO een delegatie experts naar het land afvaardigen om de schade op te meten en de meest dringende behoeften op te lijsten. Op basis daarvan wil de Organisatie in samenwerking met de Malinese overheid een actieplan opstellen voor de heropbouw en de rehabilitatie van het getroffen erfgoed.
De drie grote moskeeën van Timboektoe - Djingareyber, Sankore en Sidi Yahi - en 16 mausolea staan sinds 1988 ingeschreven op de Werelderfgoedlijst. De graftombe van Askia in de stad Gao volgde in 2004. Tengevolge van de vernieling van 11 mausolea en van de deuren van Sidi Yahi zijn beide inschrijvingen in juli 2012 toegevoegd aan de Lijst van het Bedreigd Werelderfgoed.
UNESCO bezorgde topografische kaarten en coördinaten aan de strijdkrachten van Mali, Frankrijk en Tsjaad om te vermijden dat werelderfgoedsites zouden getroffen worden in de strijd om de moslimrebellen te verdrijven.
Illegale handel bestrijden
"In woelige tijden is het risico op illegale handel in cultuurgoederen het grootst," waarschuwde Bokova. "Vooral de vermaarde manuscripten van Mali vormen een kwetsbaar doelwit." Daarmee herinnerde ze aan het belang van de Conventie betreffende de middelen om de illegale import, export en eigendomsoverdracht van cultuurgoederen te verbieden en te verhinderen van 1970. Ze herhaalde haar oproep aan de regeringen van Mali's buurlanden, Interpol, de Werelddouaneorganisatie en alle betrokkenen bij de kunsthandel om waakzaam te zijn voor de illegale uitvoer van culturele artefacten uit het land. "Deze schatten zijn bijzonder waardevol en kwetsbaar. We moeten snel handelen," besloot ze.
Er zijn naar schatting 300.000 manuscripten ondergebracht in openbaren en private collecties in Timboektoe. Veel daarvan dateren uit de periode van de 13de tot de 16de eeuw en zijn het werk van vermaarde geleerden die in de stad woonden of die de stad bezochten naar aanleiding van de oude markten van Noord-Afrika, Al-Andalus en de meest oostelijk gelegen landen van de Arabische regio. Deze oude manuscripten leren ons veel over eeuwen beschaving en behandelen onderwerpen zoals religie, wiskunde, geneeskunde, astronomie, muziek, literatuur en architectuur.
In 1974 hield UNESCO bij de oprichting van het Ahmed Baba onderzoekscentrum waar zo'n 40.000 manuscripten worden bewaard. Daarvan zijn er ongeveer 10.000 gedigitaliseerd. UNESCO wil met de beheerders van openbare en private collecties samenwerken om de efficiënte bewaring van het documentair erfgoed te garanderen en zet daarvoor in op zoveel mogelijk digitalisering.