Tijdens een tweedaags bezoek aan het Verenigd Koninkrijk om de banden tussen het land en Vlaanderen nauwer aan te halen, had Vlaams minister-president Jan Jambon op maandag 5 juni onder meer een gesprek met de Britse minister van Cultuur, Media en Sport Lucy Frazer. Eén van de gespreksonderwerpen was de inschrijving van WOI-sites op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
De voordracht van de begraafplaatsen en monumenten van de Eerste Wereldoorlog als werelderfgoed staat op de agenda van het Werelderfgoedcomité van Unesco dat in september bijeenkomt. In dat comité, dat een uiteindelijke beslissing moet vellen, zetelen verschillende landen die deel uitmaken van de vroegere Commonwealth. Het gaat om India, Nigeria, St Vincent and the Grenadines, Zambia en Zuid-Afrika. Omdat het VK heeft nog steeds een geprivilegieerde relatie met die landen heeft, hoopt Jambon dat het VK een positieve invloed kan uitoefenen, zei de minister-president na afloop van het gesprek.
België en Frankrijk dienden in 2017 een dossier in bij Unesco voor de werelderfgoederkenning van 139 monumenten en begraafplaatsen van WO I langs het Westelijk Front. Voor Vlaanderen gaat het dan onder meer om de Crypte van de IJzertoren en Tyne Cot Cemetery in Zonnebeke. Het Werelderfgoedcomité stelde de behandeling van het dossier toen nog voor onbepaalde tijd uit omdat het eerst een reflectie wilde voeren over voordrachten die een link hebben met recente conflicten of zogenaamde ‘negative memories’. Vlaams minister minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele liet eerder al weten dat hij de tijd nu wel rijp acht. Een beslissing in het dossier wordt verwacht rond 21 september.
