Unesco Vlaanderen

TPNW: Het ban de bom verdrag

Gepubliceerd op 09/08/2022 door Unesco Platform Vlaanderen

Volgens VN-secretaris-generaal Guterres was een nucleair conflict zelden dichterbij. Biedt een verdrag dat kernwapens bant een uitweg? Of is er meer nodig?

Deel 1: Een kleine geschiedenis van het verdrag

Van 21 tot 23 juni 2022 had in Wenen de eerste evaluatievergadering plaats door de deelnemende landen (MSP = Meeting of State Parties) van het TPNW-verdrag, in de wandeling ook het Kernwapenverbodsverdrag genoemd of korter het Kernwapenverdrag.

Na de ontploffing van de eerste atoombommen in Hiroshima (6 augustus 1945) en Nagasaki (9 augustus 1945) werd iedereen wakker in een nieuwe wereld. Een wereld van grenzeloze vernietigingskracht. 

Eerst waren het alleen de Amerikanen die over een kernwapen beschikten. Maar hun hegemonie op dat vlak bleef niet lang duren. Het is van belang te beseffen dat er al voor de Tweede Wereldoorlog in verschillende landen geleerden bezig waren met de ontwikkeling van kernenergie en kernwapens. Zo ook in Rusland. Na Nagasaki zette Stalin alles op alles om eveneens een atoomwapen te ontwikkelen – al dan niet met behulp van spionage – en in augustus 1949 was het zover. De eerste Britse atoomtest vond plaats in 1952. Na de Suezcrisis van 1956 wilde Charles De Gaulle niet achter blijven, maar het duurde toch nog tot 1960 voor Frankrijk effectief bij de club van kernwapenstaten aansloot. China bracht zijn eerste kernbom tot ontploffing in 1964.

Tijdens die naoorlogse periode en de al snel opdoemende koude oorlog werden er letterlijk honderden testontploffingen gehouden. Meestal in ‘Verwegistan’, met weinig mensen in de buurt, maar de radioactieve fall-out reisde wel de wereld rond. Net zoals de angst voor een atoomoorlog die de wereldbevolking zou kunnen uitroeien. Tegelijk met de frustratie van de sabelslijpers. Dan heb je een superwapen en kan je het niet gebruiken omdat de ‘vijand’ dat oorlogstuig ook heeft en je alle twee het risico loopt om terug naar de prehistorie gebombardeerd te worden. 

Hier komt het Non-proliferatie Verdrag op de proppen (NPV, ook wel Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens genoemd. Omwille van de analogie met het TPNW waarnaar steevast in het Engels wordt verwezen, verwijst deze tekst naar het non-proliferatie verdrag met zijn Engelse benaming NPT: Non-Proliferation Treaty). 

Vanaf de jaren zestig was de internationale gemeenschap terecht bezorgd over de conventionele en nucleaire wapenwedloop tussen de grootmachten. Het was Ierland dat in 1961 bij de Algemene Vergadering van de VN een ontwerp van resolutie indiende dat zou leiden tot het NPT. Het kostte zeven jaar van moeizame onderhandelingen voor het internationale akkoord afgeklopt werd. Het NPT trad in werking op 5 maart 1970.

In het verdrag werd onderscheid gemaakt tussen twee soorten staten: de KWS en de NKWS. Voluit de Kernwapenstaten en de Niet-kernwapenstaten. De vijf KWS zouden hun kernwapens niet verder verspreiden naar NKWS. Zij zouden ook streven naar nucleaire ontwapening en dus naar een vermindering van hun kernwapenarsenalen tot nul. In ruil daarvoor zouden zij de NKWS bijstaan bij de ontwikkeling van vreedzame nucleaire energie. 

Het NPT dat in 1995 onbeperkte geldigheid verwierf en waartoe uiteindelijk 191 staten toetraden, heeft wel een aantal verdiensten gehad. De SALT (Strategic Arms Limitation Treaty) uit de zeventiger jaren en de START (Strategic Arms Reduction Treaty) verdragen uit de negentiger jaren van de twintigste eeuw tussen de VS en Rusland leidden tot een belangrijke vermindering van het aantal kernwapens. Dat waren op zich bilaterale verdragen tussen de VS en Rusland. Niettemin was het NPT een richtsnoer bij de onderhandelingen. Maar in de eenentwintigste eeuw kwam de klad erin. Een na een werden die verdragen niet verlengd. Er waren ondertussen ook nog een aantal staten bijgekomen die – al dan niet officieel – over kernwapens beschikken: India en Pakistan, Israël en Noord-Korea. Ook Iran stond (staat?) dicht bij het bereiken van de technologie en de nodige splijtstof om ook kernbommen te kunnen produceren. 

Gaandeweg ontstond er meer en meer frustratie bij de NKWS, omdat de belofte van kernontwapening door de KWS in het NPT een vrome wens bleef die maar niet in de feiten ingevuld geraakte. Integendeel: de kernwapens werden steeds meer gesofisticeerd. 

Een tweede bron van ergernis was de stationering van Amerikaanse kernwapens op het grondgebied van een aantal NAVO-leden, zonder dat de bevolking daar democratisch een zeg over gekregen had. Omdat de VS gestipuleerd had dat de opgeslagen kernbommen volledig onder hun verantwoordelijkheid vielen, was die stationering dan wel naar de letter van het NPT in orde, maar zeker niet naar de geest ervan. In België wees een recente peiling uit dat meer dan 77% van de bevolking tegen die wapens op het Belgische territorium gekant is. 

Omwille van die uitholling van het NPT namen een aantal NKWS het initiatief om een nieuw en bindender verdrag te gaan promoten dat kernwapens simpelweg verbood. ICAN (The International Campaign to Abolish Nuclear Weapons) was de motor achter deze beweging. De organisatie kreeg hiervoor in 2017 de Nobelprijs voor de Vrede. Hun inspanningen resulteerden in het tot stand komen van het TPNW. Een verdrag dat niet alleen het produceren van kernwapens, maar ook het bezitten, gebruiken of dreigen met het gebruik ervan illegaal maakte. 

Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons (TPNW) of Nuclear Weapon Ban Treaty

Op 22 januari 2021, 90 dagen na de ratificatie ervan door Honduras, de vijftigste natie die toetrad tot dit VN-verdrag, werd het TPNW officieel van kracht. En in juni van 2022 werd zoals hoger vermeld, de eerste MSP gehouden om de werking en de evolutie van het verdrag tegen het licht te houden. Staten die (nog) geen lid waren van het verdrag, waren uitgenodigd om aanwezig te zijn als waarnemer. Vanuit de NAVO werd flink wat ontradende druk uitgeoefend op de lidstaten van de westerse alliantie die overwogen om als waarnemer aanwezig te zijn op de eerste MSP van het verdrag. Op de valreep waren onder meer België en Nederland toch aanwezig bij de besprekingen. De Amerikanen bleven zweren bij het NPT en stelden dat het TPNW afbreuk zou doen aan het non-proliferatie verdrag. Nochtans blijkt uit een aandachtige lezing van de tekst van het TPNW duidelijk dat het verdrag bedoeld is als een aanvulling op het NPT en dat beide verdragen samen gelezen moeten worden. 

Op 24 februari 2022, gaf Poetin zijn leger het bevel Oekraïne binnen te vallen

Op slag veranderde het hele narratief rond de spanningen tussen het Westen en het Oosten. Poetin motiveerde de inval met een verhaal over nazi’s die in Oekraïne de macht gegrepen hadden. Hij wilde het broedervolk bevrijden van die gesel. Tegelijk verwees hij naar de oeroude banden tussen Oekraïne en Rusland, waarbij hij het historische Groot-Rusland wil herstellen. Ten derde wilde hij een einde stellen aan de in Moskou als bedreigend ervaren ‘omsingeling’ van Rusland door NAVO-lidstaten. 

De gebroken belofte

Wat dat laatste betreft, had hij een punt. Bij de besprekingen na de val van de Berlijnse muur, was er inderdaad beloofd dat de NAVO geen inch in de richting van Rusland zou opschuiven. In de praktijk kwam daar niets van in huis. Polen, Hongarije, de Baltische staten, Roemenië en andere Oost-Europese staten werden lid van het NAVO-bondgenootschap. Poetin wilde onder geen beding dat Oekraïne als laatste bufferstaat aan zijn grenzen in de handen van de NAVO zou vallen. 

Maar Poetins invasie werd algemeen – en terecht – veroordeeld. Evenals de oorlogsmisdaden die al van bij het begin van de ‘speciale operatie’ zoals de oorlog in Rusland genoemd werd, vastgesteld werden. Maar in de oorlogsretoriek over lafhartige vijanden en wraakzucht omwille van onze gesneuvelde helden, die zoals gebruikelijk in een oorlog volgde op de inval, was geen ruimte voor nuance. De professoren die – even terecht – wezen op de uitbreiding van de NAVO als element dat mede tot de vijandelijkheden geleid had, werden niet gehoord in het oorlogsrumoer. Landen vielen over elkaar heen in het afkondigen van sancties. 

Poetin reageerde met het nauw verholen dreigement dat wie rechtstreeks in het conflict zou tussenkomen een kernaanval over zich zou afroepen. Vandaar dat de NAVO geen troepen stuurde naar Oekraïne, zodat Rusland formeel niet door NAVO soldaten zou aangevallen worden, wat anders een totale kernoorlog zou kunnen veroorzaken. Wel stuurde de NAVO massaal wapens en andere steun naar Oekraïne, dat daardoor het terrein werd van een soort van gedelegeerde oorlog tussen de twee grootmachten. Een proxy-oorlog die continu erg dicht bij een grootschalig nucleair conflict koorddanst. 

Een tweede gevolg was de enorme opschaling van de defensie uitgaven. Verscheidene Westerse landen vroegen het lidmaatschap van de NAVO aan. ‘Meer wapens’. Die kreet was overal te horen. Een oorlog in de achtertuin versterkt de roep om bewapening. Maar meer wapens betekent nog niet meer veiligheid. Dat is juist eigen aan het zogenaamde ‘security dilemma’. Het is alsof je het risico op een uitslaande brand in een wijk waar één buur er een hobby van maakt kampvuren aan te steken, probeert te verminderen door alle buren dan maar vuurtjes te laten stoken. Net zoals je het aantal verkeersdoden niet kunt terugdringen door nog meer auto’s in het verkeer te brengen. 

Een derde en nog belangrijker gevolg is het failliet van de doctrine van de afschrikking. Sinds de koude oorlog is de gehanteerde militaire en politieke koers die van Mutual Assured Destruction (MAD, what’s in a word?) Wie atoomwapens bezit en die inzet, krijgt meteen van hetzelfde laken een pak. De tegenstander die ook kernwapens heeft, heeft zijn tegenaanval al gelanceerd voor de eerste raketten inslaan. De voorstanders van die doctrine gaan ervan uit dat die strategie de beste garantie is voor vrede. 

Maar nu zien we op het terrein de perverse effecten daarvan. De oorlog in Oekraïne heeft getoond dat wie kernwapens heeft, niet wordt aangevallen. De strapatsen van Noord-Korea. De inval van Poetin in Oekraïne. De kernwapenstaat Israël die elke verdediging van de rechten van de Palestijnen wegzet als antisemitisme. Het bezit van kernwapens heeft ervoor gezorgd dat Israël ongestraft militaire operaties kan uitvoeren in het hele Nabije Oosten. Hoe zou het komen dat die buurlanden ook kernwapens willen? Wie kernbommen heeft, lijkt een vrijbrief te hebben voor geweld. En oorlogsmisdaden.

Ontwapening? 

Wie nu in deze fase van de oorlog in Oekraïne afkomt met vredesgeprekken of met een ontwapeningsverdrag, is vast niet goed bij zijn hoofd. Beide partijen hopen nog steeds de oorlog te kunnen winnen. De gesneuvelden en de gedode burgerslachtoffers hebben uiteraard geen stem in dat kapittel. En dus wordt er geen haast gemaakt met vredesonderhandelingen. En toch zullen we ooit weer met de Russen moeten gaan praten, of met de Chinezen of … . Als er tenminste nog voldoende overlevenden over zijn na een globale kernoorlog. 

VN-secretaris-generaal António Guterres waarschuwde recent nog dat we nog maar zelden zo dicht bij een nucleair conflict geweest zijn als nu. Onder meer door de oorlog in Oekraïne. Een klein misverstand of incident volstaat om zo’n kernoorlog in gang te zetten. Een onnodige provocatie als het bezoek van Nancy Pelosi aan Taiwan helpt niet om de wereld veiliger te maken. Op een smeulend vuurtje gooi je beter geen olie. 

Guido Ooghe

 

Op zijn Belgisch

Wat is nu eigenlijk het Belgische regeringsstandpunt over het TPNW? Dat is niet zo simpel te achterhalen, want zoals gebruikelijk in de context van kernwapens, ligt hier een dikke mistlaag overheen. In het regeerakkoord van de Vivaldi regering werd een opening gelaten voor het TPNW. De regering zou onderzoeken of dit verdrag kansen bood om bij te dragen aan kernontwapening.

Naarmate de eerste toetsingsconferentie van het TPNW in Wenen naderbij kwam, verhoogde de druk vanuit de publieke opinie om een Belgische waarnemer te sturen naar de eerste MSP. In de coulissen kon men horen dat de groenen, de socialisten en later de christen-democraten voor waren, de liberalen tegen. Maar die wilden graag, als betrouwbare NAVO-partners, de reeds lang gevraagde verhoging van het defensiebudget naar 2 % van het BNP binnen halen. In een typisch Belgisch compromis werd de deelname van België als waarnemer aan het TPNW als pasmunt gebruikt om die budgetverhoging voor defensie uit de brand te slepen. Er werd dus een waarnemer gestuurd. Het betrof een lagere ambtenaar die blijkens de verslagen van de eerste MSP niet één keer tussengekomen is in de debatten. Dit in tegenstelling tot Duitsland, Noorwegen en Nederland die wel tussenkwamen, maar zich grotendeels aan het NAVO-standpunt hielden. 

Op de vijfjaarlijkse herzieningsconferentie van het NPT in New York in augustus 2022, was België als lidstaat van dat verdrag vertegenwoordigd door Minister van Buitenlandse Zaken Lhabib. De keuze van de Belgische vertegenwoordiger geeft duidelijk aan welk verdrag de voorkeur wegdraagt van de Belgische regering. In haar toespraak gaf Lhabib aan dat België zich op de lijn van de EU (en de NAVO) zou plaatsen. Onder druk van Frankrijk werd daarin met geen woord gerept over het TPNW. Frankrijk is sterk verknocht aan zijn nucleaire Force de Frappe, vandaar. Toch is er wel degelijk over de mogelijkheid van een samenwerking met het TPNW gepraat in New York. Er zijn documenten voorbereid die wijzen op de raakpunten en mogelijkheden tot samenwerking die er zijn tussen NPT en TPNW. 


Over de auteur: 

Guido Ooghe is lid verschillende vredesorganisaties. Hij publiceert over vrede en onderwijs.
Deze tekst valt inhoudelijk en stilistisch uitdrukkelijk onder de verantwoordelijkheid van de auteur.